Sporten draagt bij en verlagen kans op borstkanker
ArrayVrouwen die regelmatig sporten, lopen gemiddeld 20 tot 40 procent minder kans op borstkanker in vergelijking met vrouwen die nooit aan sport doen. Hoe langer vrouwen fysiek actief zijn, hoe gunstiger het effect. Dat blijkt uit onderzoek gepubliceerd in Journal of Clinical Oncology. Deelname aan een bewegingsprogramma verlaagt de concentratie van geslachtshormonen alleen bij vrouwen die lichaamsvet verliezen. Onderzoekers van het UMC Utrecht en het RIVM schrijven dit in het tijdschrift Journal of Clinical Oncology van 6 juli. Een hoge concentratie geslachtshormonen na de overgang vergroot de kans op borstkanker.
Aan het onderzoek deden bijna tweehonderd niet-sportieve vrouwen uit de regio Utrecht mee. De helft volgde een jaar lang een bewegingsprogramma op een sportschool, de andere helft mocht de leefstijl onveranderd laten. Het programma bestond uit ‘aerobics’ en ‘spinning’ gecombineerd met spiertraining en daarnaast wandelen en fietsen. De vrouwen verkeerden allemaal na de overgang en waren tussen de vijftig en negenenzestig jaar oud.
De onderzoekers vergeleken de concentraties van geslachtshormonen in het bloed van de vrouwen voor, tijdens en na het onderzoek. Het volgen van het bewegingsprogramma bleek géén effect te hebben op de hormoonspiegels in de hele groep. Sportende vrouwen hadden na een jaar geen lagere hormoonconcentraties dan niet-sportende vrouwen, en daarmee ook geen lager risico op borstkanker.
Maar men zag wel een effect van het bewegingsprogramma bij vrouwen die waren afgevallen. Bij vrouwen waar de hoeveelheid lichaamsvet met meer dan twee procent was gedaald, waren de concentraties geslachtshormonen lager in de bewegingsgroep dan in de controlegroep. Daarnaast liet de studie bij alle vrouwen zien dat bij afvallen hormoonspiegels daalden. Verlies aan lichaamsvet is overigens niet hetzelfde als gewichtsverlies in het algemeen.
Het is wereldwijd pas de tweede keer dat wetenschappers het effect van een trainingsprogramma op geslachtshormonen onderzoeken. Vrouwen die regelmatig lichamelijk actief zijn, hebben naar schatting twintig tot veertig procent minder kans op borstkanker dan vrouwen die weinig lichamelijk actief zijn.
Bij vrouwen na de menopauze is overgewicht een risicofactor. Geslachtshormonen vormen de meest waarschijnlijke schakel tussen beweging, overgewicht en het risico op borstkanker. De vraag blijft of bewegen alleen werkt doordat vrouwen (meer) afvallen of dat bewegen een extra effect heeft op het borstkankerrisico. Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen, een op de acht vrouwen krijgt het.
Bron: UMCU