
Chronische aandoening zet jongeren op achterstand in onderwijs en werk
ArrayIn vergelijking tot hun leeftijdsgenoten starten jongeren met een chronische aandoening op een lager niveau in het onderwijs, verlaten school vaker voortijdig of stromen vaker af naar een lager niveau. Ook hebben ze meer moeite met het vinden van een baan en zijn minder vaak financieel zelfstandig. Dit blijkt uit microdata-onderzoek van onderzoeksbureau Significant APE.
Zo blijkt in het onderwijs dat jongeren met een chronische aandoening:
- Twee keer zo vaak voortijdig schoolverlaten.
- Dit betekent dat zij zonder startkwalificatie (een diploma havo, vwo, mbo-niveau 2 of hoger) het onderwijs verlaten.
- Vaker afstromen naar een lager niveau, zowel op de middelbare school als in het vervolgonderwijs.
- Uiteindelijk ook een lager diploma behalen. De hoogst behaalde opleiding van jongeren (leeftijd 25 jaar) met een chronische aandoening (vs. zonder chronische aandoening): laag 12,1% (10,4%), middelbaar 57,4% (52,2%) en hoog 30,4% (37,2%).
- Bij ruim een derde van de voortijdig schoolverlaters in het voortgezet onderwijs of in het mbo speelde de ziekte hierbij een heel belangrijke rol.
- Bij 4 op de 10 jongeren met een chronische aandoening zijn psychische problemen een reden om te stoppen met de opleiding.

Femke van Zoggel van JongPIT pleit al jaren voor inclusief onderwijs in het basis- en voortgezet onderwijs.
Arbeidsmarkt, financiële zelfstandigheid en wonen
In het onderzoek is ook gekeken naar de situatie op het gebied van werk, financiële zelfstandigheid en wonen. Dan vallen de volgende cijfers op:
- De arbeidsparticipatie van jongeren van 21 t/m 25 jaar met een chronische aandoening is 82,5% vs. 84,3% van jongeren zonder chronische aandoening.
- Het basisuurloon van jongeren met een chronische aandoening ligt gemiddeld iets lager: €12,16 tegenover €12,43.
- Van de jongeren met een chronische aandoening in de leeftijd van 16 tot 25 jaar is 16,8% economisch zelfstandig, terwijl van de jongeren zonder een chronische aandoening 24,9% economisch zelfstandig is. Economisch zelfstandig is iemand die tenminste 70% van het wettelijk minimumloon verdient met betaalde arbeid.
- We zien dat jongeren met een chronische aandoening veel minder vaak financieel zelfstandig zijn (16,0%) dan jongeren zonder chronische aandoening (23,4%). Een jongere is financieel zelfstandig als het persoonlijke netto-inkomen uit arbeid of eigen onderneming en ook uit sociale verzekeringen hoger is dan de lage inkomensgrens voor een alleenstaande.
- Het percentage jongeren met een chronische aandoening dat op zichzelf woont (35,4%) is lager dan dat van jongeren zonder aandoening (39,4%).
‘We willen dat jongeren, ook die met een chronische aandoening, gewoon meedoen en zelfstandig kunnen leven. Lager onderwijsniveau, meer schoolverlaters, minder vaak werken, langer zoeken naar werk, lager uurloon. Dat heeft allemaal invloed op de uiteindelijke financiële zelfstandigheid. Met deze cijfers maken we zeer concreet wat we al wisten en waar we al jaren aandacht voor vragen. Ik vind het ook schrijnend dat de verschillen nog groter zijn als jongeren met een chronische aandoening uit een lage sociaaleconomische situatie komen of een migratieachtergrond hebben. We moeten zorgen dat deze achterstand wordt ingelopen’, aldus van Zoggel.
JongPIT geeft jongeren tips over studeren en werken. En leert ze om zelfverzekerder om te gaan met hun aandoening. En met die ervaringen en meningen gaan ze in gesprek met maatschappelijke organisaties, overheid en politiek.
Bron: JongPIT