Buikpijn bij kinderen
ArrayPer jaar komt bijna één op de twintig kinderen bij de huisarts met buikpijn. Meestal volstaat één consult. De kinderen die frequenter komen, krijgen vaker een geneesmiddel voorgeschreven. Een enkeling wordt doorverwezen naar het ziekenhuis, zo blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL in Huisarts & Wetenschap.
Ieder kind heeft wel eens buikpijn. Meestal valt het wel mee en is het snel over, maar als de pijn aanhoudt of steeds terugkomt worden ouders ongerust. Ook dokters kunnen dan onzeker worden: zien ze misschien iets over het hoofd? De nieuwe NHG-standaard ‘Buikpijn bij kinderen’ biedt huisartsen een richtlijn voor diagnostiek en behandeling van kinderen van vier tot zestien jaar. Onderzoekers van het NIVEL keken in de gegevens van het Landelijk Informatienetwerk Huisartsenzorg (LINH) hoeveel kinderen met buikpijn bij de huisarts komen en wat huisartsen zoal doen. Wat schrijven ze voor, hoe vaak verwijzen ze naar de specialist?
Laxeermiddelen
Bij ‘functionele’ buikpijn kan de huisarts geen duidelijke oorzaak vinden. Dan zijn uitleg en advies de aanbevolen behandeling. Toch krijgen veel kinderen een geneesmiddel voorgeschreven. In de leeftijdsgroep van 4 tot 5 jaar kreeg 1 op de 6 à 7 kinderen een recept, in de groep van 6 tot 11 jaar was dit 1 op de 5 en in de groep van 12 tot 16 jaar 1 op de 3. Bij de jongere kinderen betrof ongeveer de helft van het aantal recepten laxeermiddelen. Bij oudere kinderen werden daarnaast ook vaak maagzuurremmers voorgeschreven. Kinderen die drie keer of vaker in één jaar met buikpijn bij de huisarts kwamen kregen vaker een recept en werden vaker doorverwezen naar de specialist.
Onzeker
Het is onduidelijk waarom huisartsen kiezen voor een behandeling bij functionele buikpijn. Als proefbehandeling? Omdat het onderscheid tussen obstipatie en functionele buikpijn lastig is? Of omdat een recept nu eenmaal gemakkelijker en sneller is dan voorlichting en uitleg geven? De NHG-standaard adviseert alleen laxeermiddelen te gebruiken wanneer wordt voldaan aan de criteria voor obstipatie, omdat onvoldoende is onderzocht of ze bij een kind met functionele buikpijn zonder obstipatie, effectief zijn.
Verwijzen
Verder is het onduidelijk waarom huisartsen kinderen met frequente of langdurige buikpijn relatief vaak verwijzen. Zijn ze onzeker over de oorzaak? Willen de ouders dat graag? “Daarvoor is verder onderzoek nodig, want daar geven onze gegevens geen antwoord opâ€, stelt NIVEL-programmaleider Joke Korevaar. “De nieuwe NHG-standaard benoemt de signalen voor een lichamelijke oorzaak bij langer durende buikpijn, en biedt ook tips voor de communicatie met het kind en de ouders.â€
LINH
Het Landelijk Informatienetwerk Huisartsenzorg (LINH) telt 84 huisartspraktijken met meer dan 335.000 patienten. In deze praktijken worden continu ‘productiegegevens’ over aandoeningen, aantallen contacten/verrichtingen, geneesmiddelvoorschriften en verwijzingen verzameld.
Bron: NIVEL