Luisteren met je ogen
Array#Pupilgrootte weerspiegelt luisterinspanning
#Slechthorendheid en de gevolgen daarvan worden gemeten via luistertesten, maar ook met behulp van vragenlijsten. Met name die laatste methode is niet altijd objectief. De mate van inspanning bijvoorbeeld is lastig te meten via een vragenlijst. De ene persoon geeft veel eerder aan erg vermoeid te zijn, terwijl dat voor een ander helemaal niet zo voelt. Onderzoekers van de afdeling KNO/Audiologie van VUmc, Adriana Zekveld en Sophia Kramer, ontdekten een nieuwe, objectieve meetmethode voor de luisterinspanning, namelijk de pupilgrootte. Naarmate een luisteraar meer inspanning moet leveren om iets te horen worden ook de pupillen groter.
Het meten van pupilgrootte is een veelbelovende methode om de moeite die het mensen kost om spraak te verstaan objectief te kwantificeren. Wanneer spraak slecht verstaanbaar is, proberen luisteraars dat wat ze niet goed horen aan te vullen. Dit denkproces kost mentale inspanning en kan leiden tot vermoeidheid. Dat is een veel gehoorde klacht van slechthorenden. Zekveld en Kramer onderzochten drie groepen, een groep goedhorende jongvolwassenen en twee groepen van middelbare leeftijd, een groep goedhorend en een groep slechthorend. De onderzoekers varieerden de verstaanbaarheid van zinnen door de luidheid van het achtergrondrumoer te manipuleren. Naast de groter wordende pupil bij meer luisterinspanning, vonden de onderzoekers ook dat de afname in luisterinspanning bij toenemende verstaanbaarheid relatief klein was voor slechthorenden en goedhorenden van middelbare leeftijd.
Ongeveer 10% van de volwassen bevolking heeft moeite met horen. Slechthorendheid is dan ook een van de meest voorkomende chronische aandoeningen. De nieuwe meetmethode biedt in de toekomst mogelijk meer inzicht in de gevolgen van gehoorverlies op luisterinspanning en vermoeidheid. Maar ook draagt het bij aan de beoordeling van hulpmiddelen, zoals hoortoestellen. Op dit moment vindt vervolgonderzoek plaats onder ander naar verdere validering van de nieuwe methode. Voor dit onderzoek ontving onderzoeker Adriana Zekveld afgelopen week een VENI subsidie van 250.000 euro.
Bron: VUmc