Maria Hopman’s inspanningsonderzoek Vierdaagselopers
ArrayFysieke belasting en gezondheidsrisico’s van lopers tijdens de Nijmeegse Vierdaagse
De in 2006 gelopen 90ste Vierdaagse werd op de tweede dag afgelast. Vele lopers werden onwel en er vielen twee doden te betreuren. Deze gebeurtenissen vormen in 2007 de aanleiding een gedegen onderzoek te starten naar de inspanningsfysiologische aspecten en gezondheidsrisico’s die het lopen van een Vierdaagse met zich meebrengt. Om een goede risico-inschatting te maken voor het lopen onder verschillende weersomstandigheden zijn meetgegevens verzameld over twee belangrijke risicogebieden tijdens langdurige inspanning. Deze risicogebieden zijn temperatuurregulatie en vochthuishouding. Prof.dr. Maria Hopman van de afdeling Fysiologie van het UMC St Radboud te Nijmegen heeft dit onderzoek samen met haar team uitgevoerd.
Wie namen er deel aan het onderzoek?
Aan het onderzoek namen 65 wandelaars deel, iets meer mannen dan vrouwen. De verdeling over de drie afstanden, 30 – 40 – 50 kilometer, was gelijk. De gemiddelde leeftijd bedroeg 54 jaar bij een range van 12 tot 81 jaar. De body mass index (BMI), een goede maat voor de lichaamssamenstelling, bedroeg 24,7 kg/m 2. Bij een normaalwaarde van 20-25 kg/m 2 ligt het gemiddelde van de BMI in Nederland op 24,9 kg/m 2.
Van de deelnemende wandelaars rookt 21% tegen een landelijk gemiddelde van 28%. De norm voor ‘gezond bewegen’, minimaal 5 keer per week 30 minuten matig actief bewegen, haalt 92%. Dit ligt ver boven het landelijk gemiddelde van 48%. Van de 65 wandelaars is 23% bekend met hoge bloeddruk, heeft 10% angineuze klachten of een hartinfarct doorgemaakt, 6% astma en 1,5% diabetes mellitus. Van alle deelnemers slikt 45% medicijnen die de arts heeft voorgeschreven.
Gemiddeld is er 300-500 km getraind met een spreiding van 0 trainingskilometers tot 3.000, voorafgaand aan de Vierdaagse.
Hoe zwaar is het fysiek gezien om de Vierdaagse te lopen?
Het energieverbruik op een wandeldag bedraagt gemiddeld 5000-5500 kcal. Dit is een verdubbeling ten opzichte van een normale dag waarop de inname door voedsel en drank gemiddeld 2500-3200 kcal is. Er wordt dus onvoldoende gegeten. Daar het hier om een groep met voldoende vetvoorraden gaat, levert dit geen problemen op.
Tijdens een wandeldag worden er gemiddeld 56.000 tot 60.000 stappen gezet. Op een normale dag zijn dit er zo’n 4.000-6.000.
Het energieverbruik tijdens het wandelen is 5-6 keer hoger dan in rust en correspondeert met een hartfrequentie tijdens het lopen tussen de 110-140 slagen per minuut. Dit komt overeen met een matig intensieve inspanning
Temperatuur: is er sprake van overhitting?
De lichaamstemperatuur is gedurende de hele wandeling gemeten met de ingeslikte sensor-pil. Direct na het starten blijkt deze temperatuur te stijgen. Dit geldt voor alle wandeldagen. Wel blijft de lichaamstemperatuur van de deelnemers tijdens alle wandeldagen onder de 39ºC.
Van de lopers bereikt 40% een lichaamstemperatuur tussen de 38 en 38,5ºC en 5-10% een lichaamstemperatuur tussen de 38,5 en 39ºC. Het lopen van een Vierdaagse bij temperaturen variërend van 11ºC in de ochtend tot maximaal 27.3ºC in de middag, en een wet bulb globe temperature (WBGT) variërend van 11-25.4ºC, leidt niet tot oververhitting van de loper. De stijging in de lichaamstemperatuur tijdens het lopen van de Vierdaags is onafhankelijk van gelopen afstand, geslacht, leeftijd en getraindheid. Bij geen enkele loper ontstaat een gevaarlijk of zorgelijk hoge lichaamstemperatuur.
Vochthuishouding: is er sprake van uitdroging?
De vochtinname verschilt sterk tussen de wandelaars. De variatie ligt tussen minder dan 1 liter tot meer dan 7 liter gedurende de wandeling die 8-12 uur kan duren. Gemiddeld wordt er tussen de 2,6 en 3,2 liter gedronken. Het is buitengewoon opvallend dat er lopers zijn die meer dan 7 liter drinken en niet aankomen in gewicht en bij wie geen veranderingen in natriumconcentratie en plasmavolume te zien zijn. Ook bij lopers die 2 liter drinken zijn geen veranderingen in gewicht, natriumconcentratie en plasmavolume gevonden. Met andere woorden: de hoeveelheid in te nemen vocht tijdens het lopen is sterk individueel bepaald.
Opvallend is ook de grote variatie in gewichtsverandering na een wandeldag. Waar de ene loper 1-3 kg afvalt, komt de andere loper 1-3 kg aan. De eerste twee dagen werd er matig tot slecht gedronken. Dit blijkt uit gewichtsverlies en plasmavolume veranderingen. Tijdens dag drie en vier werd ruim voldoende gedronken zoals blijkt uit een toename in het plasmavolume en een daling in de natriumconcentratie. Mogelijk droeg de bekendmaking van de eerste resultaten en het daaraan gekoppelde advies om meer te drinken hieraan bij.
Leeftijd, geslacht of de gelopen afstand hebben geen van allen invloed op de veranderingen die we zien in het gewicht of op de verandering in het plasmavolume. Het lichaamsgewicht voor en na een prestatietocht is een goede maat voor een juiste vochtbalans.
Wetenswaardigheden
* Vierdaagselopers trainen gemiddeld rond de 400 km voor het lopen van de Vierdaagse, waarbij de 30 km lopers dat het beste doen
* Vierdaagselopers zijn niet vrij van pathologie, blijkt uit een belaste medische voorgeschiedenis en medicijngebruik bij een groot aantal lopers
* Vierdaagselopers zijn ook buiten de Vierdaagse actief: maar liefst 92% voldoet aan de norm gezond bewegen
* Het energieverbruik tijdens de Vierdaagse ligt hoger dan de energie-intake door voedsel en drank
* Tijdens een wandeldag zet een wandelaar zo’n 55.000 stappen, 10 keer meer dan tijdens een normale dag. De intensiteit van het wandelen is voor de 50 km loper het hoogst
* De tweede wandeldag wordt als zwaarste dag ervaren
* De alcoholinname ligt gemiddeld tussen de 28-50 gram dat overeenkomt met 2-4 alcoholische consumpties
* Een Vierdaagsedag wandelen bij een maximum buitentemperatuur van 27ºC en een maximum WBGT van 25.4ºC leidt niet tot oververhitting, alhoewel bij alle lopers een stijging van de lichaamstemperatuur is te zien die niet boven de 39ºC uikomt
* Vochtinname is zeer individueel bepaald, veel meer nog dan voor dit onderzoek werd verondersteld. Daarmee zijn algemene adviezen over het gemiddeld aantal liters te drinken vocht per uur of per dag niet te geven. Wel kan een range of een minimum hoeveelheid te drinken vocht worden aangegeven, afhankelijk van de weersomstandigheden
* Verandering in het lichaamsgewicht is een uitstekend middel om de vochtbalans te volgen. Dit kan de individuele loper thuis doen door een week voor de Vierdaagse dagelijks het gewicht te meten en tijdens de Vierdaagse voort te zetten op eenzelfde moment van de dag. Aankomen in gewicht betekent dat er teveel gedronken is en meer dan 0,5 kg afvallen dat er die dag te weinig gedronken is