GGD Hollands Noorden rondt groot gezondheidsonderzoek onder ouderen af GGD
ArrayDe GGD Hollands Noorden brengt elke vier jaar de gezondheidssituatie van de bevolking in haar regio in kaart. Dit doet de GGD onder andere door gezondheidspeilingen te houden onder jeugdigen, volwassenen en ouderen. Recent verscheen het rapport van de laatste grote gezondheidsenquête onder ruim 8.000 ouderen van 65 jaar en ouder in Noord-Holland Noord. In de gezondheidsenquête zijn vragen gesteld over vele onderwerpen, varierend van leefstijl tot mantelzorg. De resultaten van het onderzoek worden gebruikt voor het gezondheidsbeleid van gemeenten, de GGD en andere zorgorganisaties in de regio.
Wat zijn de belangrijkste resultaten?
Meerderheid vindt eigen gezondheid goed Driekwart van de ouderen vindt de eigen gezondheid over het algemeen goed (77%). Bijna een kwart is ontevreden: 21% vindt de eigen gezondheid matig en 2% slecht. Ouderen in NHN vinden de eigen gezondheid vaker goed dan landelijk (77% versus 60%).
Een op de zeven ouderen heeft diabetes In NHN heeft 81% van de ouderen één of meer al dan niet door een arts vastgestelde chronische aandoeningen. Driekwart heeft een aandoening die daadwerkelijk door een arts is vastgesteld (73%). Gewrichtsslijtage is de meest voorkomende aandoening die al dan niet door een arts is vastgesteld (36%). Hoge bloeddruk is de meest voorkomende aandoening vastgesteld door een arts (32%).
Meerderheid ouderen is psychisch gezond
De psychische gezondheid is vastgesteld met de MHI-5, een internationaal vastgestelde vragenlijst. Van de ondervraagden is 15% psychisch ongezond (10% licht, 3% matig en 2% ernstig psychisch ongezond). Vrouwen zijn twee keer zo vaak psychisch ongezond als mannen (18% versus 9%). Vrouwen, 75-plussers en laagopgeleiden zijn het vaakst psychisch ongezond. Landelijk is 16% van de gehele bevolking psychisch ongezond.
Drievijfde van de ouderen voelt zich niet eenzaam Van de ouderen voelt 3% zich zeer ernstig eenzaam, 5% ernstig eenzaam, en 31% matig eenzaam. Vrouwen tussen de 75 en 85 jaar met een laag opleidingsniveau voelen zich het vaakst zeer ernstig eenzaam. In NHN (38%) voelen meer ouderen zich eenzaam dan landelijk (33%).
Eén op de zeven ouderen rookt Van de ouderen rookt 15%. 9% is een zware roker en rookt meer dan een pakje per dag. Mannen roken vaker dan vrouwen (19% versus 12%) en met het toenemen van leeftijd, neemt het percentage rokers af. Ouderen die laag of hoog opgeleid zijn roken minder dan ouderen die een gemiddelde opleiding hebben. In NHN roken evenveel 65-plussers als landelijk.
Een op de acht ouderen drinkt overmatig Driekwart van de ouderen (79%) in NHN drinkt alcohol en 12% is een overmatige drinker (drinkt meer dan 21 glazen (mannen) of meer dan 14 glazen (vrouwen) alcohol per week). Overmatige drinkers zijn het vaakst hoogopgeleide mannen tussen de 65-75 jaar.
Meer dan de helft van de ouderen heeft (over)gewicht In NHN heeft 3% van de ouderen ondergewicht, 41% heeft een gezond gewicht, 43% overgewicht en 13% heeft obesitas. Mannen hebben vaker overgewicht, vrouwen vaker ondergewicht en obesitas.
Graag gezondheidsinformatie door periodieke check-up Tweederde (69%) van de ouderen vindt een periodieke check-up een aantrekkelijke manier om geïnformeerd te raken over de eigen gezondheid en leefstijl. Andere manieren die de ouderen in NHN aantrekkelijk vinden zijn: een persoonlijk adviesgesprek (56%), folders (34%), tijdschriften (32%) of een gezondheidswinkel waar mensen vrijblijvend kunnen binnenlopen (26%).
Wat wordt er verder met de resultaten gedaan? De gemeenten in Noord-Holland Noord en de GGD gebruiken de resultaten van het onderzoek om een goed gezondheidsbeleid te kunnen voeren voor alle mensen van 65 jaar en ouder in deze regio. U kunt bijvoorbeeld denken aan meer aandacht voor overmatig alcoholgebruik, geven van meer bekendheid aan zelfhulpprogramma’s voor de preventie van depressie en extra aandacht voor bepaalde risicogroepen.
Tenslotte De GGD wil alle mensen die de gezondheidsenquête hebben ingevuld hartelijk bedanken voor hun medewerking! ‘ Door deze medewerking kunnen we het gezondheidsbeleid in de regio beter afstemmen op de situatie in onze regio.’