VWA pleit voor lijst veilige weekmakers in speelgoed en kinderverzorgingsproducten
ArrayOm kunststoffen zacht en flexibel te maken worden vaak weekmakers gebruikt zoals ftalaten. Omdat een aantal ftalaten verboden is, verwerkt de industrie alternatieve weekmakers. Voor het gebruik van weekmakers in speelgoed en kinderverzorgingsproducten bestaan geen wettelijke maximale gehaltes. Het bureau Risicobeoordeling van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) adviseert een Europese lijst met veilige weekmakers op te stellen voor de productie van speelgoed en kinderverzorgingsproducten. De weekmakers die op de lijst komen zijn veilig omdat zij een positieve risicobeoordeling hebben gehad.
Meest gebruikte weekmakers zijn veilig
De VWA trof in onderzocht speelgoed en kinderverzorgingsproducten 15 weekmakers aan. De drie meest voorkomende weekmakers zijn nader onderzocht en veilig bevonden. Wel moet de weekmaker TXIB aanvullend onderzocht worden. Het is namelijk nog niet bekend in welke mate de huid TXIB absorbeert. Totdat hierover gegevens zijn, is risico uit te sluiten door te eisen dat producten slechts minimale hoeveelheden van deze stof mogen afgeven.
Nonylfenol
Van de weekmaker nonylfenol is niet bekend of deze stof vrijkomt bij lichamelijk contact. Als dit wél gebeurt kan het schadelijk zijn voor de vruchtbaarheid of de ontwikkeling van het ongeboren kind. Tot 2010 werd nonylfenol aangetroffen. In de meest recente analyse kwam nonylfenol niet meer voor. Het bureau Risicobeoordeling adviseert om te blijven controleren in hoeverre nonylfenol als weekmaker wordt gebruikt in speelgoed en kinderverzorgingsartikelen. Er komt een risicobeoordeling als de stof bij een volgende meting wordt geconstateerd.
Het bureau Risicobeoordeling van de VWA oordeelt en adviseert wetenschappelijk onderbouwd over mogelijke bedreigingen van de voedsel- en productveiligheid, diergezondheid en dierenwelzijn. De onafhankelijke uitoefening van deze opdracht is geregeld in de Wet Onafhankelijke Risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit die in 2006 door het parlement is aangenomen. Adviezen in het kader van de wet worden uitgebracht aan de ministers van LNV en VWS.
Ter informatie:
Bron: VWA