
Verschillen in trombose bij man en vrouw
ArrayBij vrouwen komt een veneuze trombose (een bloedstolsel in een bloedvat) vaker voor in de longen dan bij mannen. Bij hen zit het vaker in het been. Ook blijkt dat oestrogeen bij transvrouwen een grotere stollingsneiging geeft, waardoor zij een verhoogd risico hebben op trombose. Dat geldt zowel voor oestrogeen die van nature in het lichaam voorkomt, als voor oestrogeen door het slikken van de pil. Dit ontdekte Scheres in zijn studies naar seksespecifieke verschillen bij de onderliggende mechanismen van trombose.
Risicoschatting trombose
Met zijn onderzoek wil Scheres de risicoschattingen voor trombose verbeteren en vrouwspecifieke voorspellers voor trombose identificeren. De promovendus schrijft dat een hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap en zwangerschapsvergiftiging belangrijke voorspellers zijn voor het risico op veneuze trombose, ook op de lange termijn. Bij trombose van bepaalde bloedvaten (arteriën) bestaat al een overvloed aan voorspelmodellen. Maar vrouwspecifieke voorspellers worden daarin zelden meegenomen. De promovendus vindt het de hoogste tijd om de toegevoegde waarde van deze voorspellers te onderzoeken. In het laatste deel van zijn proefschrift gaat Scheres in op het management van trombose en trombofilie bij vrouwen.
De resultaten in dit proefschrift onderstrepen het belang van aandacht voor de verschillen in hart- en vaatziekten bij mannen en vrouwen. Ook is het zinvol om binnen unieke seksegebonden situaties, zoals bijvoorbeeld de zwangerschap, onderzoek te doen naar behandelingen en uitkomsten. Het onderzoek van Scheres is gesubsidieerd door de Nederlandse Hartstichting.
Luuk Scheres: ‘Sex, Hormones & Clots: sex-specific mechanisms and women-specific models for risk assessment & management in thrombosis’. Promotores: prof. dr. S. Middeldorp en prof. dr. S.C. Cannegieter
Copromotor: dr. W.M. Lijfering
Bron: Amsterdam UMC