Nieuwe behandelmethode voor epilepsie voor het eerst toegepast in Nederland

Array

Diepe hersenstimulatie (DBS) biedt nieuwe mogelijkheden voor epilepsiepatienten
In het Maastricht Universitair Medisch Centrum+ (Maastricht UMC+) heeft een team van medisch specialisten, onder leiding van prof. dr. Veerle Visser-Vandewalle, voor het eerst en met succes een nieuwe epilepsietherapie toegepast. Het gaat om de toepassing van diepe hersenstimulatie (DBS) bij een zeer moeilijk te behandelen vorm van epilepsie die bijna dertigduizend Nederlanders treft. Bij een aanzienlijk deel van hen wordt de aandoening als onbehandelbaar beschouwd. De nieuwe DBS-therapie maakt gebruik van een neurostimulator, een soort pacemaker, die geïmplanteerd wordt in het lichaam en vervolgens onderhuids met geleidingsdraadjes wordt verbonden met de hersenen.

De operatie heeft onlangs plaatsgevonden en de behandelde patient, een man van 41 jaar, maakt het goed en is erg blij dat deze nieuwe therapie nu beschikbaar is. Een maand na de operatie zal de stimulator worden aangezet.  “Ik had gemiddeld zo’n zes epilepsieaanvallen per maand, waar ik enorme hinder van ondervond in mijn dagelijks leven. Met deze nieuwe DBS-therapie hoop ik, als de stimulator is ingesteld, weer meer van het leven te kunnen genieten, zowel in mijn werk als in mijn vrije tijd,” aldus de patient.

Wetenschappelijk bewijs
“Op basis van een uitgebreide wetenschappelijke studie verricht in de Verenigde Staten is aangetoond dat diepe hersenstimulatie van de thalamus een oplossing kan bieden bij ernstige vormen van epilepsie”, aldus prof.dr. Veerle Visser-Vandewalle, hoogleraar Functionele Neurochirurgie aan het Maastricht UMC+. De DBS-therapie voor epilepsie, ontwikkeld door medisch-technologisch bedrijf Medtronic, dient via geleidingsdraadjes zorgvuldig gecontroleerde elektrische stimulatie toe aan een nauwkeurig bepaald doelgebied in de hersenen  dat de thalamus wordt genoemd. Een neuroloog stelt vervolgens de duur en de frequentie van de elektrische stimulatie in.

 

Samenwerking Maastricht UMC+ en Kempenhaeghe
De DBS-therapie van Medtronic voor epilepsie is een veilige, effectieve en bewezen optie ter vermindering van het aantal partiele epileptische aanvallen, inclusief de ernstige aanvallen. Mensen die in aanmerking komen voor de operatie doorlopen Prof. dr. Paul Boon, neuroloog en directeur Onderzoek & Ontwikkeling van Kempenhaeghe,  spreekt over de bijzondere samenwerking tussen het Maastricht UMC+ en epilepsiecentrum Kempenhaeghe: “De selectie en voorbereiding van de patient en de operatie zijn het resultaat van een nauwe samenwerking tussen het epilepsiecentrum Kempenhaeghe in Heeze en het Maastricht UMC+. Deze samenwerking is toonaangevend in Nederland op het gebied van geavanceerde diagnostiek en de behandeling van epilepsie.”

Over de werking van DBS-therapie
De thalamus wordt beschouwd als het centrale doorschakelstation van de hersenen en heeft sterke verbindingen met andere delen van de hersenen waar epilepsieaanvallen beginnen. Bij DBS-therapie wordt geen hersenweefsel verwijderd. Als de behandeling niet werkt of niet goed wordt verdragen, kan het DBS-systeem worden uitgezet of in zijn geheel worden verwijderd.
Niet alle epilepsiepatienten reageren op dezelfde manier op behandeling met DBS. Daarnaast wordt DBS-therapie meestal samen met anti-epileptische medicatie gebruikt. Patienten dienen contact op te nemen met hun arts voor een volledige lijst van indicaties, contra-indicaties, voordelen en risico’s. Alleen de patient zelf en zijn/haar arts kunnen bepalen of deze procedure geschikt is en toegepast wordt bij hem/haar.

Maastricht UMC+

Met ingang van januari 2008 zijn het academisch ziekenhuis Maastricht (azM) en de Faculteit Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht gefuseerd tot het achtste universitair medisch centrum van Nederland. De nieuwe organisatie heet Maastricht UMC+.
Het Maastricht UMC+ heeft als kerntaken: patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs en opleiding. Daarin nemen, naast de standaard patiëntenzorg, topklinische zorg en topreferente zorg een belangrijke plaats in. Deze zijn nauwgezet afgestemd met het fundamenteel en het (experimenteel) klinisch onderzoek. Dit resulteert in de klinische onderzoeksspeerpunten hart en vaten; oncologie, chronische ziekten en geestelijke gezondheidszorg en neurowetenschappen.

Recente artikelen