IVF-tweelingen doen het net zo goed als natuurlijke tweelingen
ArrayBijna alle aspecten van de ontwikkeling van IVF en natuurlijke tweelingen zijn vergelijkbaar
Onderzoekers van het Nederlandse Tweelingen Register (NTR) hebben bij een groot aantal tweelingparen de ontwikkeling vergeleken van tweelingen geboren na kunstmatige voortplantingstechnieken en tweelingen waarbij de zwangerschap op natuurlijke wijze tot stand is gekomen. Uit het onderzoek van de onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam blijkt dat IVF-tweelingen het net zo goed doen als natuurlijke tweelingen.
1500 tweelingen
In het onderzoek zijn de geboorte, groei, motorische- en gedragsontwikkeling van 1500 tweelingparen door IVF (kunstmatige voortplanting door zogenaamde in-vitrofertilisatie) vergeleken met tweelingen geboren na een spontane zwangerschap. De gegevens over de kinderen zijn afkomstig van hun ouders en leerkrachten.
Hoger risico op complicaties
VU-hoogleraar Dorret Boomsma: “Bestaande onderzoeken over de ontwikkeling van IVF-kinderen zijn vooral gericht op eenlingen. Een aanzienlijk deel van de IVF-behandelingen resulteert echter in een tweelingzwangerschap. We weten al dat tweelingzwangerschappen een hoger risico op complicaties kennen dan eenlingzwangerschappen. Daarom is het belangrijk om te onderzoeken hoe de ontwikkeling van twee- en meerlingen geboren na IVF verloopt.â€
Enkele verschillen
De onderzoekers vonden wel enkele verschillen: IVF-tweelingen werden vaker geboren na een keizersnede (36%) dan spontane tweelingen (27%). Ook zijn IVF-tweelingen na de geboorte iets lichter. De belangrijkste uitkomst van het onderzoek is echter dat de ontwikkeling van IVF-tweelingen hetzelfde is als die van ‘spontane’ tweelingen. De leeftijd waarop kinderen gaan kruipen, zitten en lopen is vergelijkbaar tussen de twee groepen. Ook de groei tot en met 12-jarige leeftijd is hetzelfde. Zowel ouders als leerkrachten rapporteren niet meer gedrags- en emotionele problemen voor IVF-tweelingen dan voor de tweelingen in de natuurlijke groep.