‘Vrije vervanging’ voor zzp’ers in modelovereenkomst geen zekerheid tegen schijnzelfstandigheid meer
ArrayIn lijn met de recente uitspraak van de Hoge Raad in de Deliveroo-zaak, waarin werd geoordeeld dat zelfstandige ondernemers die anderen hun arbeid mogen laten verrichten niet noodzakelijkerwijs als zelfstandig beschouwd worden, heeft de Belastingdienst besloten om een nieuwe maatregel in te voeren om schijnzelfstandigheid te bestrijden. Het betreft het inperken van de mogelijkheid voor zzp’ers en hun opdrachtgevers om een modelovereenkomst aan te gaan waarin het principe van ‘vrije vervanging’ wordt gehanteerd. Dit principe bood tot nu toe zekerheid tegen het risico van het worden aangemerkt als schijnzelfstandige door de fiscus. Vanaf 1 januari 2024 zal de goedkeuring van dergelijke modelovereenkomsten door de Belastingdienst komen te vervallen.
Het aantal zzp’ers dat momenteel werkt met een modelovereenkomst die gebaseerd is op het principe van vrije vervanging, blijft grotendeels onbekend. Het gebruik van dit type overeenkomst is niet verplicht, maar biedt enige mate van duidelijkheid omtrent de aard van de arbeidsrelatie. Momenteel zijn er ongeveer 400 verschillende modelovereenkomsten geregistreerd bij de Belastingdienst en in gebruik genomen.
Omtrent deze ontwikkeling laat hoogleraar arbeidsrecht Evert Verhulp weten dat het afschaffen van het principe van vrije vervanging als zelfstandige basis voor zzp’ers een positieve stap is. “De mogelijkheid om vervangen te worden, is een constructie om onder het arbeidsovereenkomst-regime uit te komen.” Niettemin verwacht Verhulp geen onmiddellijke gevolgen van deze maatregel, aangezien de fiscus momenteel geen strikte handhaving op schijnzelfstandigheid hanteert. Het kabinet heeft de handhaving van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) uitgesteld tot 2025. In het Handhavingsplan Arbeidsrelaties schetst de Belastingdienst de stappen die naar deze herintroductie van handhaving in 2025 leiden.
FNV Zelfstandigen geeft aan dat algemene modelovereenkomsten met het principe van vrije vervanging al beperkte zekerheid boden, omdat deze onvoldoende aansloten op de praktische realiteit. Volgens de vakbond zouden zelfstandige ondernemers meer baat hebben bij specifiekere overeenkomsten die nauwkeuriger aansluiten bij de feitelijke werkzaamheden die zij verrichten.
Bron: FD