Nieuwe cao-afspraken zetten financierbaarheid zorg onder druk
ArrayResultaten Financiële Zorgthermometer 2e kwartaal 2023
Zorginstellingen houden rekening met een prijseffect van de nieuwe cao-afspraken in 2023 en 2024. Daarnaast zorgt de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt voor meer inzet van personeel niet in loondienst. Hogere personeelskosten zet de operationele marge in de zorg verder onder druk. Driekwart van de respondenten anticipeert op een daling van het toekomstig financieel resultaat. Dit blijkt uit de resultaten van de Financiële Zorgthermometer die is uitgestuurd naar ongeveer 900 zorgfinancials.
Personeelskosten stijgen fors als gevolg nieuwe cao-afspraken
Als gevolg van de forse inflatie afgelopen jaar zijn in het eerste halfjaar van 2023 de cao-onderhandelingen losgebarsten. Voor alle deelsectoren zijn er al nieuwe afspraken gemaakt tussen brancheverenigingen en vakbonden. Dit heeft geleid tot loonsverhogingen van 10% tot 15% tot en met 2024. Voor werknemers in lage schalen geldt een minimale ondergrens, waardoor de gemiddelde loonstijging nog verder kan oplopen. Sectorbreed anticiperen zorgfinancials een gemiddelde stijging van de directe loonkosten van 6.8% in 2023 en nog eens 7.5% in 2024. Daarnaast zijn in de verschillende cao’s ook afspraken gemaakt over een hogere reiskostenvergoeding, een betere vergoeding voor onregelmatig werken en meer zeggenschap bij roostering. De nieuwe cao-afspraken zijn een antwoord op de hoge inflatie van afgelopen jaar en op de groeiende loonkloof van zorgmedewerkers ten opzichte van andere sectoren (Skipr, 6 april 2023).
Fizi (Jorrit Wigchert, voorzitter Fizi)
“Het is belangrijk dat onze handen aan het bed een passend salaris krijgen. Maar het geld voor de salarisverhoging moet ergens vandaan komen. Naast compensatie voor gestegen loonkosten zullen organisaties nu moeten investeren in structurele kostenbesparing richting de toekomst”.
Ook inzet van PNIL stijgt in 2023 als gevolg aanhoudende krapte arbeidsmarkt
De nieuwe cao-afspraken in de verschillende deelsectoren hebben als doel om werken in loondienst aantrekkelijker te maken. Toch verwacht een ruime meerderheid van de respondenten dat de kosten voor PNIL toenemen in 2023 ten opzichte van 2022. De gemiddelde verwachte stijging is 5,2%. Deze toename wordt mede veroorzaakt door het gestegen uurtarief voor inhuurkrachten. 40% van de respondenten verwacht in 2023 meer dan 10% van de personeelskosten uit te geven aan PNIL. Mogelijke oorzaak voor de hoge inhuurkosten is het aanhoudend ziekteverzuim. Het gemiddelde ziekteverzuim in de sector bedraagt 8.4% in het eerste halfjaar van 2023 ten opzichte van 9.1% in 2022. De helft van de zorgfinancials verwacht daarnaast dat de uitstroom van personeel in 2023 toeneemt ten opzichte van 2022.
Hogere personeelskosten zetten operationele marge onder druk
De forse toename van de personeelskosten brengt onzekerheid met zich mee. De voorlopige OVA (overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling) voor 2024 is onvoldoende hoog om de afgesproken loonstijgingen op te vangen. Daarnaast staan de tarieven onder druk in de verschillende deelsectoren. In de ouderenzorg is er een besparing van 1,2% doorgevoerd op het Wlz-macrokader die zal oplopen tot 3% in 2026 (ActiZ, 17 april 2023). Bijna driekwart van de zorgfinancials houdt de komende 12 maanden rekening met een afname van het financieel resultaat.
Uitgebreide resultaten
De uitgebreide resultaten van de Financiële Zorgthermometer zijn hier te vinden.
Finance Ideas (Daan van Houtum, senior adviseur)
“De loonstijging die volgt uit de cao-afspraken van verschillende deelsectoren komt (nog) niet volledig terug in de ova voor 2024. Een lagere operationele marge gaat ten koste van de investeringscapaciteit in de sector, terwijl zorginstellingen juist nu moeten investeren in vastgoed en innovatieve e-health oplossingen om de afhankelijkheid van personeel te verkleinen”.
Bron: Financiële Zorgthermometer