‘Tijdig signaleren van risico’s nodig om toename valongevallen onder ouderen af te remmen’
ArrayVallen is een groot probleem onder ouderen. In Nederland belandt elke 5 minuten een 65-plusser op de spoedeisende hulp na een valongeval. In de data van 2021 ziet VeiligheidNL dat 10 procent van de ouderen die in huis zijn gevallen langere tijd op de grond hebben gelegen. In 2010 was dit 3 procent. In 10 jaar tijd is dit aantal dus verdrievoudigd.
We zien dat dit voornamelijk voorkomt bij oudere ouderen. De gemiddelde leeftijd van deze groep is 83 jaar. De gevolgen van een val kunnen enorm zijn. Een valongeval heeft veel impact op de zelfredzaamheid van ouderen, het langer thuis kunnen wonen en de kwaliteit van leven. Daarom is het belangrijk om op tijd te starten met valpreventie.
Ouderen kunnen zelf veel doen om het risico op een val te verlagen. Maar zij doen dit vaak niet omdat zij zich niet bewust zijn van hun valrisico of er niet over willen nadenken. Ze starten dus vaak niet uit zichzelf met valpreventie.
Een eerste stap om te voorkomen dat een oudere ten val komt is het op tijd opsporen van ouderen met een verhoogd valrisico. Hierin ligt een belangrijke taak van de mantelzorger of de zorgprofessional die de oudere vaak ziet, zoals een POH of een wijkverpleegkundige. Deze kunnen gemakkelijk een verhoogd valrisico vaststellen door het beantwoorden van een aantal vragen over valgeschiedenis en de mate van mobiliteit.
Dit vormt aanleiding om de oudere door te verwijzen om verder aan de slag te gaan met valpreventie. Zo kan het tijdig opsporen van een verhoogd valrisico voorkomen dat een oudere (weer) ten val komt en draagt het bij aan het langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen.
Bron: VeiligheidNL