Meer werken én meer zorgen is schier onmogelijke opgave
ArrayHet kabinet zet met trajecten als WOZO en IZA in op minder professionele zorg en op betaalbaarheid van het huidige systeem. De druk op mantelzorgers wordt hiermee hoger terwijl het kabinet tegelijkertijd wil dat mensen meer uren gaan werken. In de vrijdag gepubliceerde Kamerbrief ‘ondersteuning mantelzorg en informele zorg’ zet de Staatsecretaris vooral in op verkennen van het probleem en onderzoeken van de mogelijkheden. MantelzorgNL vindt dat er nu gehandeld moet worden en presenteert daarom vandaag de visie ‘Mantelzorg naar 2040’ waarmee het kabinet direct aan de slag kan.
Welk beleidsplan, innovatief idee of kabinetsbesluit er in de zorg ook wordt genomen, direct of indirect wordt er zwaar geleund op de mantelzorger. Aan de Mantelzorglijn hoort MantelzorgNL steeds vaker dat er geen professionele zorg meer beschikbaar is. Mantelzorgers zijn nodig voor het rondkrijgen van de roosters in de thuiszorg, de snellere doorstroom van verpleegafdelingen in het ziekenhuis of het uitkleden van de basisverzekering. De professionele zorg kan alleen afschalen en betaalbaar blijven, als de mantelzorger gaat opschalen. Liesbeth Hoogendijk, MantelzorgNL: ‘Er wordt te makkelijk gedacht over wat mantelzorgers allemaal kunnen doen en er wordt helemaal niet nagedacht over de groeiende groep mantelzorgers die het niet redt en overbelast raakt. Dit schaadt de samenleving en het draagvlak om voor elkaar te zorgen.’
Niet alleen
Voor een gezonde toekomst van mantelzorg is een nieuw denkkader nodig. Daarom komt MantelzorgNL met een nieuwe visie op mantelzorg die de mens centraal zet. Immers, een overheid die vraagt van mensen om voor elkaar te zorgen, is alleen effectief als er sprake is van wederzijds vertrouwen. Als de overheid de mantelzorger vertrouwt en bijvoorbeeld niet telkens vraagt tientallen formulieren opnieuw in te vullen, kan de mantelzorger zich richten op het zorgen en weet dat hij of zij er niet alleen voor staat. Kortom, een visie die de mantelzorger erkent en waardeert. Een visie die mantelzorgers wegens teveel zorgtaken niet aan de arbeidsmarkt onttrekt (terwijl de roep om meer te gaan werken groot is), maar garandeert dat mensen werk en mantelzorg kunnen blijven combineren.
Daarvoor is nodig:
– Van systeemgericht werken naar mensgericht denken. Vertrouwen in de mens moet het uitgangspunt zijn in de werkwijze van overheid en instanties. Een overheid die vraagt om voor elkaar te zorgen, is alleen effectief als er sprake is van wederzijds vertrouwen. Het systeem van wetten, regels en instanties is daaraan dienend. Zo hoeft een mantelzorger niet elke keer dezelfde formulieren in te vullen, maar wordt één formulier door alle instanties gebruikt.
– Borging van mantelzorg in alle (zorg)wetten. Zodat vanuit Wmo, Zvw, Wlz en Jeugdwet systemisch wordt gewerkt waarbij de professional, de mantelzorger en – waar mogelijk – de zorgvrager samen bepalen wat nodig is en wat mogelijk is. Waarbij extra zorg of (mantelzorg)ondersteuning beschikbaar is, indien nodig ook ter preventie van overbelasting.
– Inperking van de vrijheid van instanties om aanpassingen in het nadeel van mantelzorgers door te voeren. Denk aan een overheid die vraagt om voor elkaar te zorgen, maar toestaat dat woningcorporaties mantelzorgers na jaren intensieve mantelzorg op straat zet, zodra de ouder is overleden. Of gemeenten waar mantelzorgers worden gevraagd om te bewijzen dat zij mantelzorger zijn, maar het vervolgens niet gewenst vinden dat er een mantelzorgverklaring komt.
– Faciliteren van de sociale basis. Het kabinet verwacht meer van het sociale netwerk rondom mensen, maar uit onderzoek blijkt dat 33% van de mantelzorger alles alleen doet. En om een netwerk te onderhouden moet je actief zijn en er tijd in investeren. Mantelzorgers die intensief zorgen, hebben de tijd en/of de energie vaak niet. Burgers dragen zelf de verantwoordelijkheid voor een sociale basis, maar niet zonder een overheid die faciliteert. Daar horen ‘buurtwerkers’ bij die burgers helpen een bijdrage te leveren, die verbindingen leggen tussen mantelzorgers en zorgprofessionals en een achterwacht vormen voor mensen die tussen wal en schip dreigen te raken.
– Dat er onderscheid wordt gemaakt in lichte en zware vormen van mantelzorg. Uitgangspunt is dat mensen in het eigen sociale netwerk – met familie, vrienden en buurt – veel kunnen regelen. Lichte vormen van mantelzorg worden zoveel mogelijk gefaciliteerd door het mensen mogelijk te maken voor elkaar te zorgen. Dit vraagt om faciliteren aan de basis, niet aan het einde. Zo blijft (meer) formele zorg en ondersteuning beschikbaar voor zwaardere zorgsituaties en zwaarder belaste mantelzorgers. Essentieel is om hierbij aandacht te hebben voor de preventie van overbelaste mantelzorg, door tijdig voldoende zorg en ondersteuning in te zetten.
Bron: MantelzorgNL