Kader Passende Zorg moet noodzakelijke transitie in de zorg vlottrekken
ArrayJaar op jaar stijgen de zorgkosten. De begroting van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) laat voor 2023 een stijging zien van 6 procent. Dat is opvallend aangezien het ministerie van VWS en de zorgverzekeraars veel pogingen hebben gedaan de groei van de zorgkosten te beteugelen en terug te brengen naar 0 procent. Maar de praktijk is weerbarstig. Zeker gezien de groeiende zorgvraag door de vergrijzing en de arbeidsmarktproblemen, zoals ziekteverzuim en de vele zorgvacatures.
De transitie naar “Passende Zorg” moet nu beginnen, zoals de ambitie van alle betrokken partijen in de zorg nu wordt genoemd. Inmiddels is het “Kader Passende Zorg” volledig overgenomen in het “Integraal Zorgakkoord”. Nu is het vooral van belang te starten met de uitvoering daarvan.
In de Miljoenennota zijn de bestedingen aan de gezondheidszorg de grootste uitgavenpost. De bruto zorguitgaven zijn voor 2023 begroot op € 95 miljard. In de “Factsheet zorguitgaven” wordt een prognose gedaan van € 116 miljard bruto zorguitgaven in 2027, een stijging van 22 procent. Een transitie in de zorg is dus hard nodig. Nu al betaalt de gemiddelde volwassene € 6.600,- aan zorgkosten per jaar. Zonder ingrijpen kan dit oplopen naar € 9.600,- per jaar in 2040 bij ongewijzigd beleid.
In het Integraal Zorgakkoord (IZA) staan de afgesproken gemiddelde beschikbare volumegroei per sub sector van de zorg. Deze groeipercentages zijn alleen haalbaar als de transitie naar “Passende Zorg” zo snel mogelijk ingezet wordt, zie ook bijgevoegde afbeelding (MSZ is medisch specialistische zorg, GGZ is geestelijke gezondheidszorg en MDZ is multidisciplinaire zorg).
Alle bij het Zorgakkoord betrokken partijen zijn het erover eens dat “Passende Zorg” de goede richting is, waarbij zorg van toegevoegde waarde voor de patiënt moet zijn, samen met de patiënt tot stand moet komen, op de juiste plek verleend moet worden en moet gaan over gezondheid in plaats van over ziekte.
Domein-overstijgende samenwerking in de zorg is daarbij het devies. Hierbij zijn een aantal hindernissen te noemen, zoals de verschillende bekostigingswetten en het zogenaamde “ wrong-pocket-problem ”. De voordelen van een investering die een gemeente doet in meer WMO-activiteiten komt ten goede aan lagere uitgaven in bijvoorbeeld de zorgverzekeringwet. De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving komt in haar publicatie “Grenzeloos Samenwerken” met een aantal manieren om domein-overstijgende samenwerking te stimuleren door bepaalde stelselaanpassingen te doen. Hiermee wordt de weg vrijgemaakt voor zorginstellingen om binnen hun regio aan de slag te gaan met “Passende Zorg”.
Jan Willem Spijkman, senior Sector Banker Public & Healthcare, ING Sector Banking.