Integraal Zorgakkoord getekend zonder MIND
ArrayHoe gaat MIND verder zonder ondertekening van het Integraal Zorgakkoord?
“Met goede punten in het IZA gaan we aan de slag, vanuit het cliënten- en naastenbelang”
Vrijdag 16 september hebben VWS en de (meeste) partijen overeenkomst bereikt over het Integraal Zorgakkoord. MIND had een week eerder al om principiële redenen besloten het IZA niet te tekenen. Wat zijn de gevolgen hiervan? MIND-Directeur Marjan ter Avest: “Ondanks dat we niet mee-tekenen, gaan we nu aan de slag. Vanuit de kennis en kunde die MIND in huis heeft, zullen we actief betrokken zijn op belangrijke punten in de uitvoering van het IZA. Zo gaan we onder andere aan de slag met de uitwerking van een landelijk dekkend netwerk van zelfregiecentra, het uitbouwen van e-communities voor lotgenotencontact en het realiseren van een regionale infrastructuur voor cliëntvertegenwoordiging. Ook blijven we meewerken met alle partijen om de wachtlijsten in de ggz terug te dringen. Dit alles doen we vanuit het belang van cliënten en naasten in de ggz.”
Gebeurtenissen afgelopen week
Dinsdag 6 september stemden de leden van MIND unaniem tegen het Integraal Zorgakkoord. In de dagen erna hebben we veel steun ervaren vanuit de achterban, cliënten en naasten en van meerdere beroepsgroepen die in de ggz en sociaal domein werkzaam zijn. Met name ons standpunt gericht op het behoud van vrije artsenkeuze en de beschikbaarheid en betaalbaarheid van zorg voor iedereen, kreeg veel bijval. Zie bijvoorbeeld de berichtgeving van de Nederlandse Vereniging voor Psychotherapeuten, de Landelijke Vereniging voor Vrijgevestigde Psychologen en Psychotherapeuten, Stichting Vrije Artsenkeuze, de VvAA, het Nederlands Instituut van Psychologen en P3NL.
De berichtgeving van de andere partijen die aan het IZA deelnamen, volgde elkaar de afgelopen week in rap tempo op; de meerderheid van deze partijen besloot te tekenen. “Omdat het standpunt van MIND inhoudelijke wijzigingen op enkele fundamentele punten van het IZA zou vergen, werd niet verder met MIND onderhandeld. VWS liet ons weten dat de andere ‘nee tenzij en ja mits partijen’ geen tekstuele wijzigingen vroegen maar garanties in de uitvoering van het IZA. Om die reden ging VWS met hen wel verder in onderhandeling,” aldus Marjan ter Avest.
Kernwaarden vanuit cliënten- en naastenperspectief
Marjan ter Avest licht toe: “Wij betreuren het dat er geen ruimte was om het IZA inhoudelijk te veranderen. Tegelijkertijd zijn we blij met de punten die we tijdens de onderhandelingen hebben kunnen inbrengen en die het akkoord wel hebben gehaald. Wat betreft de onderwerpen die onze kernwaarden raken: die zullen we ook de komende jaren blijven verdedigen. Denk bijvoorbeeld aan het recht op vrije artsenkeuze, gegevensbeschermingen en het uitgangspunt dat passende zorg ‘bewezen effectieve zorg’ is. De methoden om te toetsen wat ‘bewezen effectief’ is, houden wat ons betreft te weinig rekening met de leefwereld en beoordeling van de (individuele) ggz-cliënt. Op deze onderwerpen zullen we dus zeker van ons laten horen.”
Bijdrage MIND aan transitie zorg
In het Integraal Zorgakkoord is budget opgenomen voor transformatie van de zorg om deze bereikbaar en toegankelijk te houden. MIND zal als cliëntenorganisatie vanuit haar ervaringsdeskundigheid bijdragen aan de realisatie hiervan. Zo gaan we het initiatief nemen voor een landelijk dekkend netwerk van sociale steunpunten voor mensen met een psychische kwetsbaarheid in de vorm van zelfregiecentra. Wij zullen hiervoor samen met Sociaal Werk Nederland een plan indienen. Ook gaan we werken aan de uitbouw van e-communities waarmee lotgenotencontact breder toegankelijk wordt. En samen met de twee andere patiëntenkoepels, Ieder(In) en de Patiëntenfederatie, willen we een regionale infrastructuur voor cliëntenvertegenwoordiging opzetten. Vanuit onze kennis en ervaring hiermee, én met behulp van ons grote netwerk, zullen we hier mede vorm aan geven. Verder blijft MIND deelnemen aan bestaande overleggen, op alle niveaus met partijen in het veld en het ministerie van VWS. De inbreng van cliënten en naasten is in beleid en praktijk immers onmisbaar.
Bron: MIND