
Uitdroging één van de belangrijkste oorzaken van ziekenhuisopname ouderen
ArrayHet voorkomen van uitdroging bij ouderen is een taak van de GGD. Uitdroging is één van de belangrijkste oorzaken dat ouderen in het ziekenhuizen terecht komen. En vaak kunnen deze ouderen na zo’n ziekenhuisopname niet meer zelfstandig blijven wonen.
Belangrijk en urgent
Belangrijke reden om aandacht te besteden aan preventie; de gezondheidsrisco’s van uitdroging zijn aanzienlijk waaronder plotselinge verwardheid (ijlen), verhoogde kans op bloedvatverstoppingen, blaas- en luchtweginfecties, te lage bloeddruk (met risico op vallen) en geneesmiddelenvergiftiging. Zaak dus om ouderen ‘aan het water’ te krijgen én te houden. Samen met Brabant Water, Hulp & Ondersteuning op maat (HOOM), Surplus Welzijn, Stichting Groenhuysen en de Technische Universiteit Delft zet de GGZ West Brabnt stap 1: onderzoeken waarom ouderen juist wel of juist niet voldoende drinken. Daar was in 2011 bij de start van het project namelijk nog weinig bekend.
Ruim 60% van de 130 West-Brabantse ouderen vulde de vragenlijst in die zij van ons ontvingen. Hieruit bleek dat 2 op de 10 ouderen minder drinkt dan de aanbevolen hoeveelheid van 8 kopjes/glazen per dag. (Alcohol niet meegerekend, wat dat onttrekt juist vocht.) Ook bleek dat zij vaak de minimum hoeveelheid niet kennen en/of te weinig drinken omdat ze geen dorst hebben. Dat laatste is op zich logisch: hoe ouder je wordt, hoe minder je dorstgevoel –ook al droogt je lichaam uit!
Vraaggericht en praktisch
Op basis van de onderzoeksresultaten én de ondersteuningswensen en -behoeften van de ouderen zelf, testen we momenteel bij twee groepen wat in het dagelijkse leven het beste helpt om ouderen voldoende te laten drinken. Groep 1 en groep 2 kregen beide voorlichting over gezond drinkgedrag en de risico’s van uitdroging. Bij groep 2 plaatsten we daarnaast een “drink-herrinneringsapparaat” in huis. Het apparaat registreert hoeveel de oudere dagelijks drinkt en geeft een seintje wanneer dat minder is dan de aanbevolen hoeveelheid. Dit vervolgonderzoek is in samenwerking met het Huisartsenteam De Keen gedaan en met subsidie vanuit het CZ Fonds. Tranzo/ Universiteit van Tilburg Is betrokken om het verschil in effect te meten tussen de twee groepen. In september verwachten ze de eerste resultaten.