Stel coördinerend ministerie van ongelijkheid (inclusief armoedebestrijding) in
ArrayNederlanders zijn al jaren tevreden over hun welbevinden: ze geven Nederland een 7,5 tot 8 op een schaal van 0 tot 10. Gemiddeld doet ons land het ook goed op het gebied van werk en welvaart. Maar dat geldt niet voor iedereen, de ongelijkheid in werk, welvaart en welbevinden is toegenomen en vermindert niet mede door het ontbreken van beleid. Prof. Ruud Muffels pleit op 8 juli in zijn afscheidsrede voor een coördinerend ministerie van ongelijkheid (inclusief armoedebestrijding) zodat bij elke beleidsmaatregel op sociaaleconomisch terrein de gevolgen voor sociale ongelijkheid en armoede in kaart worden gebracht.
Nederland doet het internationaal op veel fronten uitstekend, maar laat op alle drie terreinen steken vallen. Voor werk is de flexibilisering van arbeid de laatste jaren nog verder doorgeschoten. Dat heeft geleid tot een groeiende tweedeling op de arbeidsmarkt met weinig kansen op duurzaam en zinvol werk voor bepaalde groepen (zie Commissie Borstlap). Voor welvaart gaat de aandacht te veel uit naar koopkrachtplaatjes en te weinig naar de kwaliteit van leven (brede welvaart). Voor welbevinden is er weinig aandacht voor mensen in achterstandssituaties of een slechte gezondheid die veel minder tevreden zijn met het leven juist omdat ze weinig keuzevrijheid hebben.
Achterstandssituaties
Externe schokken zoals de recente economische crisis en de pandemie hebben de sociale ongelijkheid versterkt. Onze instituties zijn voorts onvoldoende ingericht om inkomenszekerheid en werkzekerheid te waarborgen zeker in tijden van crisis. Inkomen, opleiding, opvoeding en (mentale) gezondheid zijn medebepalend voor het niveau en de verschillen in welbevinden tussen mensen en groepen. Dat treft mensen in achterstandssituaties zoals arbeidsongeschikten en mensen in de bijstand bij wie een laag inkomen vaak samengaat met sociale en (mentale) gezondheidsproblemen. Veel mensen weten zich desondanks goed te redden, zijn zelfredzaam en hebben weinig ondersteuning nodig. Anderen daarentegen zijn gebaat bij positieve aandacht en extra begeleiding en coaching. Muffels pleit daarom voor een andere bejegening in de uitvoering van de sociale zekerheid gebaseerd op vertrouwen, positieve aandacht en maatwerk.
De aanpak van ongelijkheid in brede zin vraagt om een veel actiever beleid. Onvoldoende worden nu de consequenties doordacht van beleidsmaatregelen voor ongelijkheid, zoals bij de energietoeslag en de verhoging van de AOW. Het vooraf in kaart brengen van de gevolgen van voorgenomen beleid voor ongelijkheid zou daarvoor een oplossing kunnen bieden. Dat zal niet alleen positieve sociale maar ook economische resultaten opleveren.
Ruud Muffels (1954) is hoogleraar arbeidsmarkt en sociale zekerheid bij Tranzo, het wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn van de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TSB). Hij studeerde economie van 1971 tot 1978 aan de Katholieke Universiteit Brabant. Na tien jaar bij het IVA, Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek gewerkt te hebben stapte hij in 1990 over naar de vakgroep sociale zekerheidswetenschap en promoveerde hier in 1993. In april 1993 volgde zijn benoeming als bijzonder hoogleraar Ouderenbeleid. Vanaf 2003 was hij als gewoon hoogleraar arbeidsmarkt en sociale zekerheid verbonden aan de vakgroep sociologie. In 2009 volgde zijn aanstelling bij het onderzoeksinstituut ReflecT, Research Centre for Flexicurity, Labor Market Dynamics and Social Cohesion, aan de juridische faculteit. Tussen 2015 en 2018 was hij daarvan directeur tot hij in 2018 de overstap maakte naar Tranzo en de vakgroep Sociologie, beiden verbonden aan de sociale faculteit.
Prof. dr. Ruud Muffels houdt zijn rede ‘Werk, welvaart, welbevinden’ op 8 juli om 16.15 uur in de aula van de universiteit met livestream.