Overprikkeling kan leiden tot overgeven en koorts, maar zorgt vaak voor onbegrip’
ArrayDonderdag 23 juni is de Dag van de Overprikkeling. Veel van de ruim 4 miljoen mensen die een hersenaandoening hebben, hebben last van overprikkeling. Het kan leiden tot klachten als vermoeidheid, overgeven en hoofdpijn. Of het kan de klachten die je al hebt door een hersenaandoening erger maken. Op deze speciale dag wordt stilgestaan bij overprikkeling bij een hersenaandoening en de impact hiervan op het dagelijkse leven. En dat is hard nodig, want er heerst vaak nog veel onbegrip.
Prikkels
Een prikkel is een stukje informatie dat binnenkomt via onze zintuigen. Zo kunnen we prikkels zien, horen, voelen, ruiken, en proeven. Normaal gesproken verwerken je hersenen deze prikkels zonder dat je het in de gaten hebt. Ze selecteren de informatie die belangrijk is en filteren de prikkels die niet belangrijk zijn. Bij overprikkeling worden prikkels niet goed verwerkt. Je kunt dan veel meer prikkels ervaren dan normaal of het kost meer moeite om prikkels te verwerken.
Tijdelijke uitvalsverschijnselen door overprikkeling
Mensen met overprikkeling hebben vaak last van hoofdpijn, vermoeidheid, stress, verminderde concentratie, slaapproblemen, onrust, en het overlopen van emoties. Bij sommige mensen leidt dit tot tijdelijke uitvalsverschijnselen, koorts, overgeven of een epileptische aanval. Overprikkeling kan uiteindelijk ook leiden tot invaliditeit en een volledig geïsoleerd bestaan zonder hoop of zicht op verbetering. Maar dit hoeft niet bij iedereen zo te zijn.
Onzichtbaar
Omdat je aan de buitenkant niet ziet of iemand overprikkeld is, zorgt het vaak voor onbegrip in je omgeving. Iemand lijkt aan de buitenkant nog steeds hetzelfde, maar dagelijkse activiteiten als werken, studeren, een gezin runnen, of zelfs koken en boodschappen doen, lukken ineens niet meer. Er zijn helaas nog nauwelijks vastgestelde behandelingen voor overprikkeling. Daarom is het belangrijk dat we als maatschappij meer begrip tonen voor de mensen die hier dagelijks mee te maken hebben en beseffen dat de één meer prikkels aankan dan de ander.
Andreas Tober, woordvoerder, de Hersenstichting