Ernstige zorgen over lange wachttijden belangrijke behandelingen hart- en vaatpatiënten
ArrayHart- en vaatpatiënten moeten op dit moment te lang wachten op belangrijke behandelingen in het ziekenhuis. Dit leidt tot klachten die toenemen, conditie die afneemt en grote zorgen onder patiënten en hun naasten: gaat het verloop van mijn behandeling wel goed? Worden er belangrijke zaken gemist? Wanneer word ik geholpen? Dit alles heeft enorme gevolgen voor de kwaliteit van leven van en het herstel van een grote groep hart- en vaatpatiënten. Harteraad het expertisecentrum voor het leven met een hart- en vaataandoening maakt zich ernstig zorgen over de meldingen die zij hierover ontvangt van patiënten.
Langere wachttijden dan maximaal aanvaardbaar is
Zorgaanbieders en zorgverzekeraars hebben afspraken gemaakt over maximaal aanvaardbare wachttijden in de zorg. Voor poliklinische behandeling (zonder ziekenhuis opname) is de maximaal aanvaardbare wachttijd zes weken en voor klinische behandelingen (met opname in het ziekenhuis) zeven weken. Ondanks deze afspraken, krijgt Harteraad meldingen binnen van mensen die tot vijf maanden moeten wachten op een openhartoperatie.
‘In januari had ik mijn eerste gesprek over de behandeling, eind april heb ik telefonisch contact gehad met mijn cardioloog. Het is nog steeds onduidelijk wanneer ik behandeld word. Ondertussen neemt de frequentie van de klachten toe en maak ik me steeds meer zorgen.’
Behoeften van hart- en vaatpatiënten
In Nederland hebben ruim 1,5 miljoen mensen een hart- of vaatziekte. Harteraad heeft ervaringen en behoeften van bijna 1000 hart- en vaatpatiënten tijdens de coronapandemie in kaart gebracht in de Harteraad Monitor 2022. In deze trendrapportage is ook onderzoek gedaan naar de ervaringen van mensen die te maken hadden met het uitstellen van hun behandeling.
Uit de resultaten blijkt dat bij 10% van de respondenten, ziekenhuiszorg is uitgesteld (najaar 2021). Uitgestelde ziekenhuiszorg betreft voornamelijk (controle)afspraken (70%), maar ook onderzoek (32%), ingrepen/operaties (15%) en hartrevalidatie (6%) kwamen voor. Uitstel van afspraken, maar ook de angst voor uitstel, leidt tot veel bezorgdheid en onrust bij patiënten. De resultaten uit de Harteraad Monitor 2022 laten ook zien dat sinds de coronacrisis bij 22% van de respondenten afspraken zijn omgezet in een digitale vorm. Echter, uit de resultaten blijkt het aanbod nog onvoldoende aan de behoefte van patiënten te voldoen. Nog steeds hebben mensen te maken met behandelingen die uitgesteld worden.
Oproep aan patiënten
Harteraad ontvangt verontrustende meldingen. Hart- en vaatpatiënten die te lang wachten op zorg worden gevraagd om dit te blijven melden bij Harteraad. Daarnaast adviseert Harteraad patiënten om contact op te nemen met de zorgverzekeraar om te kijken of zij ergens anders sneller behandeld kunnen worden.
‘Ik maak mij zorgen over de wachttijd. Door mijn toenemende kortademigheid wordt het in conditie houden van mijn lichaam steeds lastiger. Ook naasten maken zich ernstige zorgen. Deze zorgen nemen toe, omdat mijn klachten ook toenemen.’
Oproep aan zorgprofessionals
Harteraad roept zorgverleners op om patiënten actief te betrekken bij hervatting van de zorg. Een duidelijk aanspreekpunt en informatie over de mogelijkheden om als patiënt zelf actie te ondernemen helpt. Kijk ook naar de mogelijkheden om digitale zorg op maat aan te bieden. Korte lijnen en een centraal aanspreekpunt helpt patiënten om vragen te stellen, zorgen over het uitstellen van hun behandeling te uiten en aanvullende mogelijkheden te bespreken. Harteraad adviseert daarnaast zorgverleners om juist nu aandacht te besteden aan psychosociale problemen om meer verlies van kwaliteit van leven te voorkomen.
Harteraad Monitor 2022
Speciaal voor professionals heeft Harteraad een exclusieve trendrapportage samengesteld: De Harteraad Monitor 2022. Deze digitale publicatie biedt inzichten, ervaringen en cijfers over patiënten met een hart- en vaataandoening. Dit onderzoek biedt verdiepend inzicht in hun behoeftes en adviezen hoe hierop in te spelen.
Bron: Harteraad