Pilot helpt startups essentieel personeel uit het buitenland te werven
ArrayHet kabinet start een pilot in de vorm van een verblijfsregeling die het voor innovatieve startups makkelijker maakt om personeel met gewilde expertise vanuit het buitenland aan te trekken. Voor startups is het als groeiend bedrijf van groot belang om personeel met de juiste vaak technische kennis aan zich te binden. De vraag naar dergelijk personeel is wereldwijd groot, maar het aanbod is schaars. De nieuwe pilot start op 1 juni. Dat schrijft minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat en staatssecretaris Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid, vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Startups
Het starten en uitbouwen van een innovatief bedrijf is vaak complex, risicovol en kostbaar. Bovendien is in de startfase de omzet nog beperkt. Om toptalent aan te trekken is het gebruikelijk dat startups een lager salaris aanvullen met bijvoorbeeld aandelen. Het personeel deelt daarmee in het succes en in het risico van het bedrijf. De nieuwe verblijfsregeling sluit door een verlaagd salariscriterium, aangevuld met een zogenaamde verplichte medewerkersparticipatie zoals aandelen, aan op deze praktijk. Zo worden startups beter in staat gesteld personeel, dat essentieel is voor de groei van de onderneming uit het buitenland aan te trekken en aan zich te binden.
Kennismigrantenregeling
Voor het aantrekken van specialistisch internationaal personeel bestaat al sinds 2004 de kennismigrantenregeling. Deze regeling werkt goed voor de meeste, vooral grotere bedrijven, maar sluit niet goed aan op de gangbare manier van belonen door startups in de groeifase. Vanwege de combinatie van een lager salaris aangevuld met een aandeel in het bedrijf, voldoen startups namelijk vaak niet aan de salariseis van de kennismigrantenregeling. Met deze nieuwe pilot kunnen ook startups in de beginfase essentieel personeel aantrekken. De pilot loopt vier jaar en wordt tussentijds geëvalueerd.
Bron: Ministerie SZW