Voorgestelde reparatie wet verplichte ggz hard nodig maar lost problemen onvoldoende op
ArrayVoorgestelde reparatie wet verplichte ggz is hard nodig maar niet voldoende.
NVvP, Nederlandse ggz en V&VN vragen Kamerleden meer aanpassingen.
Donderdag 27 mei bespreekt de Tweede Kamer een wetsvoorstel om de wet verplichte ggz deels te repareren. De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, de Nederlandse ggz en Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) schreven de Tweede Kamer vandaag een brief: Ze laten weten dat de voorgestelde reparaties broodnodig zijn en snel doorgang moeten vinden, maar dat zo snel mogelijk meer wijzigingen nodig zijn.
Zo willen de organisaties dat de wetgever de verplichte administratie zoveel mogelijk beperkt zodat de schaarse psychiaters hun tijd aan de behandeling van patiënten kunnen besteden, dat zorg en straf van elkaar worden losgekoppeld en dat de wetgever voorkomt dat de bijstand kan worden stopgezet van mensen die gedwongen worden behandeld.
Bijstand waarborgen
Een wetsreparatie is nodig om te voorkomen dat mensen die gedwongen worden behandeld hun bijstand verliezen waardoor ze na behandeling vaak een huurschuld en andere schulden hebben opgelopen of erger: hun huis kwijt zijn. Na ophef in de pers en Kamervragen afgelopen week over stopgezette bijstand in een aantal gevallen van gedwongen opnames in Amsterdam, diende de SP een amendement in om ook het onderdeel van de wet dat dit mogelijk maakt aan te passen. Met MIND en de Stichting PVP steunen wij een dergelijk amendement van harte. Wij willen dat in de participatiewet een uitzondering wordt gemaakt voor patiënten die op basis van de Wvggz zijn opgenomen.
Inperken administratielast
Al sinds de invoering van de wet verplichte ggz op 1 januari 2020 worden psychiaters, geneesheer-directeuren, andere behandelaren en patiënten opgezadeld met een eindeloze hoeveelheid papierwerk. Op papier lijkt dit de rechtspositie van gedwongen opgenomen patiënten te verbeteren, maar in de praktijk is het een gruwel voor uitvoerders en veel mensen die behandeld worden voor psychische problemen. Het gaat ten koste van behandeltijd. En ook patiënten zitten vaak niet te wachten op stapels formele brieven over allerlei details; sommige patiënten worden er juist onrustig van, soms zelfs angstig.
Vermenging civiel recht en strafrecht opheffen
Voor een punt vragen de NVvP, de Nlggz en de V&VN nu extra aandacht: de koppeling van de Wet verplichte ggz (Wvggz) en de Wet forensische zorg (Wfz): door het ontbreken van art. 37 Wvsr lijkt de strafrechter art. 2:3 Wfz te gebruiken als vervanging van straf. Bovendien geven strafrechters zorgmachtigingen 2.3 Wfz af voor patiënten waarvan de GGZ en de Officier van Justitie hebben geoordeeld dat verplichte zorg niet passend is. De organisaties vinden dat bij elke zorgmachtiging de algemene uitgangspunten en criteria voor verplichte zorg moeten gelden.
Àls het passend is mensen via een Wvggz machtiging te behandelen, moet de geneesheer-directeur verantwoordelijk worden gehouden voor hun behandeling en moet betrokkenheid van de minister voor Rechtsbescherming worden opgeheven. Nu moet de geneesheer-directeur die minister toestemming vragen de behandeling van een patiënt tijdelijk te onderbreken of te beëindigen, alsof de behandeling een straf is die moet worden uitgezeten.
Bron: NVVP