Minister komt afspraken over vaccineren huisartsen niet na
ArrayDinsdag 12 januari heeft de minister besloten de eerder met ons gemaakte afspraak over het snel vaccineren van huisartsen niet na te komen. Onze afspraak was tweeledig: als er in januari nog vaccins komen om patiënten mee te vaccineren, dan kunnen huisartsen en hun personeel ook zichzelf daar mee vaccineren. Lukt dat niet, dan moet er een plan B komen om te zorgen dat de huisartsen in de spoedzorg in januari nog kunnen worden gevaccineerd.
Inmiddels is duidelijk dat het vaccineren door huisartsen pas medio februari, als naar verwachting het vaccin van Astra Zeneca komt, grootschalig gaat starten. Daarom werd dus plan B nodig: een andere mogelijkheid om de huisartsen in januari nog te vaccineren. Want de continuïteit, toegankelijkheid en veiligheid van de huisartsenspoedzorg zijn net zo essentieel als die van de IC en spoedeisende hulp. Maar dinsdagavond 12 januari bleek dat de minister ons plan B (huisartsen vaccineren volgens dezelfde aanpak als het ziekenhuisdeel van de spoedzorg, met het Pfizer-vaccin) terzijde schuift. Tegen de afspraak in dus.
Met bijgaand bericht van dinsdagavond 12 januari, dat door heel veel relevante media is overgenomen, hebben wij ons onbegrip en onze boosheid kenbaar gemaakt. Vandaag wordt de druk opgevoerd en vol ingezet op de media en politiek om dit bij iedereen nog steviger onder de aandacht te brengen. Donderdagavond 14 januari is er een extra bijeenkomst van de ledenraad van de LHV. Dan spreken we opnieuw over onze rol in de vaccinatiestrategie en over de consequenties van de keuzes van de minister, mocht hij zijn beleid niet willen aanpassen. Uiteraard willen de huisartsen binnen hun mogelijkheden bijdragen aan het vaccineren, maar wij willen ook dat de minister zijn afspraken nakomt, en deze cruciale beroepsgroep de beschikbare bescherming biedt.
Vaccineren van bewoners van kleinschalige woonvormen
In een brief aan de Tweede Kamer(externe link) heeft minister De Jonge dinsdag 12 januari ook gemeld dat hij wil dat er eind januari al wordt gestart met het vaccineren van bewoners van kleinschalige woonvormen, waar de huisarts degene is die vaccineert. Goed voor u om te weten, is dat het hierbij gaat om een pilot, met de eerste, kleine voorraad Moderna-vaccins.
De start daarvan eind januari betreft een beperkt aantal patiënten en een klein groepje huisartsen, in één regio. Omdat Moderna alleen grootschalig gehanteerd kan worden (omdat het maar één keer vervoerd mag worden na ontdooiing), wordt onderzocht of de huisartsenpost hier een rol in kan spelen. LHV en InEen zijn betrokken bij de uitwerking van dit plan. Er is dus geen landelijke start van vaccineren door de huisarts in januari.
Huisartsen melden ontvangst brief met claims over mRNA vaccins
In de afgelopen dagen hebben huisartsen, op hun privé- of praktijkadres, een brief ontvangen van Viruswaarheid met daarin beweringen over het Pfizer-BioNTech en het Moderna-vaccin. Huisartsen hebben ons laten weten het onprettig te vinden dit soort brieven op hun (privé)adres te ontvangen. Een enkeling stelt ons vragen over de inhoud van deze brief. Het gros van de huisartsen geeft meteen aan de brief te laten voor wat ‘ie is en hier verder geen actie op te ondernemen.
Mocht u zich afvragen hoe het zit met de in de brief geclaimde aansprakelijkheid voor huisartsen: huisartsen zijn uitvoerders van de COVID-19 Rijksvaccinatiecampagne, met een op verschillende niveaus goedgekeurd vaccin. De aansprakelijkheid voor mogelijke bijwerkingen liggen – zoals bij elk vaccin – bij de leverancier, en niet bij u als huisarts. De patiëntenvoorlichting over de vaccinatie is overigens niet veel anders dan bij de griep- en pneumokokkenvaccinaties en is tussen alle betrokken partijen nauw afgestemd. Daarmee worden patiënten goed geïnformeerd en kunnen zij zelf hun keuze maken over vaccinatie.
Tot slot is het nog goed te weten dat huisartsen op basis van de meest recente informatie van VWS niet of nauwelijks zullen vaccineren met de vaccins waar deze brief overgaat.
De LHV heeft de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) op de hoogte gesteld van het feit dat deze brief circuleert.
Bron: LHV