
Mensen met een hogere genetische score voor depressie hebben meer kans op problemen in kindertijd
ArrayMensen met een hogere genetische score voor depressie hebben meer kans op problemen als kind of adolescent, waaronder ADHD-symptomen, emotionele en sociale problemen
Hetzelfde geldt voor genetische scores voor slapeloosheid, neuroticisme en BMI (body mass index). Hogere genetische scores voor opleidingsniveau en welbevinden waren echter gerelateerd aan verminderde problemen bij kinderen. De resultaten van dit gezamenlijke onderzoek van meerdere Europese onderzoeksgroepen onder leiding van promovendus Wonuola Akingbuwa aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en professor Christel Middeldorp (University of Queensland), suggereren dat er gedeelde genetische factoren zijn die van invloed zijn op een reeks psychiatrische en aanverwante eigenschappen gedurende de levensloop. Vandaag worden de resultaten gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift van JAMA Psychiatry.
Akingbuwa ontdekte ook dat de relatie tussen genetische scores op basis van onderwijsniveau en ADHD-symptomen met de leeftijd sterker werd. Dit kan erop duiden dat de effecten van genetische varianten rond de puberteit toenemen voor die eigenschappen. Akingbuwa: “Gedrags- en emotionele problemen in de kindertijd houden verband met depressie bij volwassenen en met andere uitkomsten zoals opleidingsniveau, welzijn, slapeloosheid, persoonlijkheid en BMI.”
Gedeeltelijk verklaard door genen
De bevindingen zijn belangrijk omdat ze suggereren dat het verband tussen eigenschappen van kinderen en volwassenen gedeeltelijk wordt verklaard door genetische varianten. Dit inzicht kan helpen om mensen die het risico lopen problematiek te ervaren gedurende de gehele levensduur, extra aandacht te geven en een gerichte behandeling. Akingbuwa: “Hoewel de genetische risicoscores op dit moment niet nauwkeurig genoeg zijn om individuele voorspellingen te doen voor mensen, kunnen ze dat in de toekomst wellicht wel in combinatie met andere risicofactoren. Dit maakt het mogelijk om gerichte behandeling aan te bieden aan kinderen met het hoogste risico op langdurige problemen. ”
Psychische stoornissen op volwassen leeftijd
Als onderdeel van het CAPICE-consortium analyseerden Akingbuwa en collega’s genetische gegevens van meer dan 42.000 kinderen en adolescenten van zeven cohort studies in Europa. Ze gebruikten genetische risicoscores, die een numerieke schatting weergeven van de kwetsbaarheid van een individu om een stoornis of eigenschap te ontwikkelen, gebaseerd op verschillen in hun DNA. Ze testten de associatie van genetisch risico voor verschillende eigenschappen gemeten bij volwassenen, met gedrags- en emotionele problemen gemeten in de kindertijd en adolescentie. Kinderpsychiater Middeldorp: “Ongeveer 50% van de kinderen en jongeren met psychiatrische problemen heeft op volwassen leeftijd nog steeds psychische klachten. Ze hebben ook meer kans op vervroegde school- of opleidingsuitval, een hoger BMI en meer slapeloosheid op volwassen leeftijd. We waren geïnteresseerd om te onderzoeken of genetica een rol speelt in deze waargenomen relaties.”
Bron: VU