
Therapie voor kanker als gevolg van de ziekte van Pfeiffer
Array
De ziekte van Pfeiffer, veroorzaakt door het Epstein-Barr virus (EBV), blijkt de oorzaak van één tot twee procent van lymfomen en carcinomen te zijn. Omdat in deze tumorcellen een latent virale genexpressie aanwezig is, biedt dit virus een goede target voor therapie.
Om de virus-positieve tumorcellen te elimineren, krijgen patiënten het latente EBV toegediend. Het immuunsysteem kan hierdoor geactiveerde tumorcellen elimineren. Daarnaast creëert de expressie van virale enzymen gevoeligheid voor antivirale behandeling. Dit vormt de basis van de CytoLytic Virus Activation (CLVA) therapie.
CLVA
In dit proefschrift is het CLVA-concept onderzocht in een preklinische en klinische setting als een nieuwe behandelingsmogelijkheid voor patiënten met een zeldzame vorm van kanker in de neus- en keelholten (nasofarynxcarcinoom, NPC). In preklinische modellen heeft Novalic een duidelijk gunstig effect aangetoond van de CLVA-therapie. Door het gebruik van een EBV specifieke tracer in een PET-scan was het effect van CLVA te zien in tumoren van een muis. Een klinische fase-I/-II studie liet zien dat de therapie veilig en goed getolereerd werd in patiënten met NPC. De patiënten hadden een duidelijke klinische response.
Aangezien het EBV geassociateerde maagcarcinoom gelijke eigenschappen heeft als NPC, onderzocht de promovendus of deze nieuwe therapie ook voor deze patiëntengroep mogekijk bruikbaar is. Dit kon ze bevestigen.
Link naar proefschrift
Bron: Amsterdam UMC