Zwaargewonden hebben op termijn lagere kwaliteit van leven
ArrayErnstig gewonde patiënten hebben op de langere termijn een verlaagde kwaliteit van leven. Dat geldt met name voor patiënten die na hun ongeval psychische klachten hadden. De letselernst en het type letsel, bleken minder relevant. Dat concludeert Katinka van Delft-Schreurs in haar promotieonderzoek over kwaliteit van leven na een ernstig ongeval, dat ze op vrijdag 11 januari verdedigt aan Tilburg University.
Langere termijn
Vijf procent van de ongevalpatiënten die in een ziekenhuis moet worden opgenomen, is ernstig gewond. Het grootste deel overleeft hun ongeval. Over hoe het hen op langere termijn vergaat, is echter weinig bekend. Daarom onderzocht de promovenda de kwaliteit van leven, psychische klachten en lichamelijke beperkingen bij ernstig gewonde patiënten op langere termijn. Factoren die van invloed kunnen zijn op de uitkomstparameters, zijn eveneens onderzocht.
Impact van karakter
Daartoe werd een groep ernstig gewonde ongevalpatiënten, 3 jaar en 10 jaar nadat ze hun letsel opliepen, benaderd om vragenlijsten hierover in te vullen. Daarnaast zijn karaktereigenschappen bepaald, om te zien of er verbanden liggen tussen de langetermijneffecten en persoonlijkheid. Persoonlijkheidskenmerken kunnen helpen in een vroeg stadium te voorspellen wie op termijn een verhoogd risico loopt op een lage kwaliteit van leven. Karakters zijn vrij stabiel en blijken eveneens gerelateerd te zijn aan de ervaren kwaliteit van leven, psychische klachten en fysieke beperkingen.
Vragenlijsten inzetten in vroeg stadium
Dertig procent van de onderzochte populatie had 3 jaar na het ongeval psychische klachten. Daarom beveelt Katinka aan om voor zwaargewonden psychische zorg in multidisciplinaire traumazorgteams en revalidatieprogramma’s in te voeren. De situatie van de patiënten bleek op de langere duur niet significant meer te veranderen. Het is daarom zinvol patiënten die een risico lopen op slechtere langetermijnuitkomsten vroegtijdig te selecteren.De promovenda beveelt verder aan om daartoe screeningsvragenlijsten op te nemen in de reguliere zorg zodat patiënten die een verhoogd risico hebben op een lagere langeretermijnuitkomst al vroeg kunnen worden geselecteerd. Zij kunnen dan een tijdige en passende vervolgbehandeling krijgen. Het aanbieden van andere coping-strategieën (manieren om met problematiek om te gaan) kan hierbij nuttig zijn. Een casemanager wordt daarbij aanbevolen, om zorg op maat te coördineren.Onderzocht werd tevens of een Nederlandse aangepaste versie van de Short Musculoskeletal Function Assessment (een generieke vragenlijst die gebruikt wordt om fysieke beperkingen te meten) geschikt is om te gebruiken bij ernstig gewonde patiënten. De vragenlijst bleek zowel betrouwbare informatie over de gezondheidstoestand van de patiënten, als over hun kwaliteit van leven te verschaffen.
Andere aspecten
Naast de persoonlijkheidsaspecten en de aanwezigheid van psychische klachten, leken bestaande klachten vóór het ongeval en werkloosheid een risico te vormen voor een lagere kwaliteit van leven. Een langere verblijfsduur in een ziekenhuis of op de intensive care en alleen wonen, waren eveneens geassocieerd met een lagere kwaliteit van leven. Met name patiënten met psychische klachten bleken ook fysieke beperkingen te ervaren.
Katinka van Delft-Schreurs (Valkenswaard, 1974) werkte na de middelbare school als röntgenlaborant in het Catharina-ziekenhuis te Eindhoven, waarna ze biologie ging studeren in Wageningen. Ze liep stage bij Numico Research Wageningen en werkte als datamanager bij CTO/Clinquest Europe te Oss. Van 2008 tot 2018 was ze werkzaam bij het Traumacentrum Brabant/Netwerk Acute Zorg Brabant (NAZB) in het Elizabeth-Tweesteden ziekenhuis te Tilburg. Sinds 2018 is ze werkzaam bij het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ).
Tilburg University