Meer brede aandacht nodig voor mentale gezondheid
ArrayGGZ-bestuurder schrijft ‘Pleidooi voor een mentaal offensief’
Joep Verbugt, voorzitter van de Raad van Bestuur van GGzE, schreef in boekvorm een ‘Pleidooi voor een mentaal offensief’. In het jaar waarin GGzE 100 jaar bestaat, blikt hij terug en vooruit en beschrijft hij aan de hand van actuele maatschappelijke ontwikkelingen dat het niet goed gaat met onze collectieve mentale gezondheid. Zonder bevangen te worden door een pessimistische reflex, roept hij op tot een mentaal offensief dat moet leiden tot een nieuwe mentaliteit in de samenleving.
Joep Verbugt: “Er zijn veel maatschappelijke ontwikkelingen gaande en een deel daarvan brengt risico’s met zich mee voor onze collectieve, mentale gezondheid. Hoewel het op veel fronten met velen beter gaat, geldt dat voor een kleiner, maar groeiend deel van de bevolking, niet. Er is amper of hele eenzijdige aandacht voor mentale gezondheid. Om de samenleving gezonder te maken, moet mentale gezondheid minstens zo belangrijk worden als lichamelijke gezondheid!”
We zijn ‘gek’ bezig
“Als samenleving, maar ook in de zorg en politiek zijn we op veel fronten erg doorgeschoten”, zegt Verbugt, waarbij hij onder andere verwijst naar de administratieve regelgekte die zich meester heeft gemaakt van de (geestelijke) gezondheidszorg. “In de GGZ-sector wordt een kwart van het budget uitgegeven aan controle, dat is in geen enkele ander sector het geval. We vinden het met z’n allen dus blijkbaar goed dat we van elke euro een kwart gebruiken om te kijken of die andere 75 cent goed wordt gebruikt. We betalen dus anderhalf miljard om – uiteraard niet goed te praten – fraude van de orde van een paar miljoen te voorkomen. Wie of wat is hier nu ‘gek’ bezig?”
Stigmatisering
Verbugt putte voor zijn boek uit zijn jarenlange ervaring als bestuurder van GGzE, maar haalt ook een persoonlijke crisis en periode van zwaarte aan. “Ik voel de behoefte om ook vanuit persoonlijk perspectief bij te dragen aan het tegengaan van stigma’s. Letterlijk de ‘schandvlekken’ waar mensen met tijdelijke of permanente psychiatrische problemen vaak mee te maken krijgen. Stigmatisering is vaak erger dan de klacht zelf. Daarom ben ik ook open over mijn persoonlijke ervaringen. En als mens en bestuurder, wil ik een lans breken voor alle medewerkers die zich iedere dag met hart en ziel inspannen in de geestelijke gezondheidszorg. Én vooral voor de cliënten die daar een beroep op moeten doen. Als samenleving betalen we uiteindelijk de prijs voor hoe we met elkaar omgaan. Dat zie je nu onder andere terug in de discussie over ‘verwarde personen’. Waarbij het de vraag is wie nu verward is, want feiten, meningen en gevoelens lopen in deze discussie vaak door elkaar.”
Mentaal offensief
Waar het Verbugt om gaat, is dat los van alle discussies over kosten en budgetten, het besef nodig is dat we allemaal, met elkaar, verantwoordelijk zijn voor onze collectieve geestelijke gezondheid. En dat we daar als samenleving veel in kunnen winnen. ‘Dat domein moet niet voorbehouden blijven aan de GGZ of andere gezondheidsprofessionals die zich daarmee bezig houden. Nee, we moeten daar samen voor aan de slag. Samen beter voor onze mentale gezondheid zorgen, voor die van onszelf en die van elkaar. Door meer vanuit vertrouwen te bouwen, nieuwe beschikbare (en vaak bewezen) oplossingen te omarmen en bewust oog te hebben voor onze mentale gezondheid, werken we aan een mentaliteit waar we samen mee verder kunnen. En daar moeten we op jonge leeftijd mee beginnen”.
Joep Verbugt sluit zijn boek af met tien tips, waaronder:
- Stel mentale gymles verplicht in het basisonderwijs en faciliteer dat.
- Start een landelijk preventieprogramma voor de mentale schijf van 5.
- Faciliteer mindfulness tijdens werk- en onderwijstijd.
- Stel concrete zorgdoelen voor een periode, zoals 50% minder suïcides en 30% minder kindermishandeling en werk daar aan.
Het boek (40 pagina’s) is kosteloos digitaal te downloaden op www.ggze.nl.