
Goedkeuring in de EU voor encorafenib & binimetinib
ArrayPierre Fabre heeft goedkeuring verkregen in de EU voor encorafenib (Braftovi®) + binimetinib (Mektovi®))
De goedkeuring in de EU is gebaseerd op het fase 3 COLUMBUS-onderzoek dat 14,9 maanden mediane progressievrije overleving en 33,6 maanden mediane algehele overleving aantoont versus vemurafenib monotherapie met 7,3 resp. 16,9 maanden3,4
Pierre Fabre maakt bekend dat de Europese Commissie (EC) eind september vergunning heeft verleend aan de combinatie encorafenib en binimetinib voor de behandeling van volwassen patiënten met niet-reseceerbaar of gemetastaseerd melanoom met een BRAFV600-mutatie.1,2
Dit EC-besluit, dat volgt op de positieve opinie van de Committee for Medical Products for Human Use (CHMP) van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) in juli, is gebaseerd op resultaten van het fase 3 COLUMBUS-onderzoek.3
COLUMBUS
In dit onderzoek werd aangetoond dat de combinatie van encorafenib 450 mg eenmaal daags en binimetinib 45 mg tweemaal daags een significante verbetering gaf van de mediane progressievrije overleving (PFS) ten opzichte van alleen vemurafenib 960 mg tweemaal daags (14,9 maanden resp. 7,3 maanden: hazard ratio [HR] 0,54, 95%-betrouwbaarheidsinterval [BI], 0,41–0,71; tweezijdige p<0,0001).3 De data gepubliceerd in The Lancet Oncology4 in september 2018, tonen aan dat behandeling met encorafenib en binimetinib een mediane algehele overleving (overall survival = OS) van 33,6 maanden bewerkstelligde tegen 16,9 maanden voor patiënten die waren behandeld met vemurafenib als monotherapie (HR 0,61, 95%-BI, 0,47–0,79; p<0,0001) in de geplande analyse van de OS in het COLUMBUS-onderzoek4.
Bijwerkingen
De meest voorkomende bijwerkingen (?25%) die optraden bij patiënten die werden behandeld met encorafenib toegediend met binimetinib in de aanbevolen dosering (n=274 op basis van twee fase II-onderzoeken en COLUMBUS) waren vermoeidheid, misselijkheid, diarree, braken, netvliesloslating, buikpijn, artralgie, verhoogd bloedcreatinekinase en myalgie.1,2 In het COLUMBUS-onderzoek, traden er bij 6% van de patiënten bijwerkingen op, die leidden tot stopzetting, waarvan werd vermoed dat deze samenhingen met de experimentele arm van deze studie.3
Over encorafenib & binimetinib
Encorafenib is een orale klein-moleculaire BRAF-kinaseremmer en binimetinib is een orale klein-moleculaire MEK-remmer die aangrijpt op belangrijke enzymen in de MAPK-signaleringsroute (RAS-RAF-MEK-ERK). Ongewenste activatie van eiwitten in deze route blijkt bij veel vormen van kanker voor te komen, waaronder melanoom, colorectale kanker, niet-kleincellige longkanker, schildklierkanker en andere vormen van kanker.
Belangrijke veiligheidsinformatie en aanbevelingen voor het gebruik van encorafenib en binimetinib staan in de samenvatting van de kenmerken van het product (SmPC). Deze is beschikbaar op: http://www.ema.europa.eu.
Over COLUMBUS
Het COLUMBUS-onderzoek (NCT01909453) is een tweedelig, internationaal, gerandomiseerd, open-label fase 3-onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van encorafenib in combinatie met binimetinib in vergelijking met vemurafenib en encorafenib monotherapie. Het primaire eindpunt is PFS; alle secundaire effectiviteitsanalyses, waaronder OS, zijn descriptief van aard3,4.
577 patiënten met lokaal gevorderd, niet-reseceerbaar of gemetastaseerd melanoom met de BRAFV600-mutatie zijn in deel één van het COLUMBUS-onderzoek opgenomen, waarin werd aangetoond dat de combinatie de mediane PFS verbeterde ten opzichte van vemurafenib alleen (14,9 maanden (95%BI 11.0-18.5) resp. 7,3 maanden (95%BI 5.6-8.2); HR 0,54, 95%-BI, 0,41–0,71; p<0,0001).3
Met behandeling met encorafenib en binimetinib werd een mediane OS van 33,6 maanden (95%BI 24.4-39.2) bereikt tegen 16,9 maanden (95%BI 14.0-24.5) voor patiënten die werden behandeld met vemurafenib als monotherapie (HR 0,61, 95%BI, 0,47–0,79; p<0,0001) in de geplande analyse van de OS.4
Bijwerkingen die tot stopzetting leidden en vermoedelijk met de experimentele arm samenhingen, traden bij 6% van de patiënten op.3 De meest voorkomende bijwerkingen van graad 3–4 die bij meer dan 5% van de patiënten werden gezien, waren: verhoogd gammaglutamyltransferase (9%), verhoogd creatinefosfokinase (7%) en hypertensie (6%).3
Zie voor volledige informatie de volledige SmPC die beschikbaar is op: http://www.ema.europa.eu.
Referenties
[1] SmPC BRAFTOVI® (encorafenib): https://www.ema.europa.eu/documents/product-information/braftovi-epar-product-information_en.pdf
[2] SmPC MEKTOVI® (binimetinib): https://www.ema.europa.eu/documents/product-information/mektovi-epar-product-information_en.pdf
[3] Dummer R, et al. Lancet Oncol 2018;19:603–615.
[4] Dummer R, et al. Lancet Oncol 2018; 19: 1315-1327https://www.thelancet.com/journals/lanonc/article/PIIS1470-2045(18)30497-2/fulltext
[5] American Cancer Society. Melanoma Skin Cancer. Beschikbaar op: https://www.cancer.org/cancer/melanoma-skin-cancer.html.
[6] National Cancer Institute. Survival by Stage. Beschikbaar op: https://seer.cancer.gov/statfacts/html/melan.html.
[7] Melanoma Patient Network Europe. Melanoma – The Facts. Beschikbaar op: http://www.melanomapatientnetworkeu.org/melanoma.html.
[8] Klein O, et al. Eur J Cancer 2013;49:1073–1079.
[9] American Cancer Society. What Causes Melanoma Skin Cancer? 2016. Beschikbaar op: https://www.cancer.org/cancer/melanoma-skin-cancer/causes-risks-prevention/what-causes.html.
Bron: Pierre Fabre