
“Nederland kan leren van Belgische drugswet”
ArrayAanpassen drugsmolecuul in België verboden, dus sjoemelen minder makkelijk, schrijft @NFI
De ervaringen en ontwikkelingen in de Belgische drugswetgeving kunnen worden meegewogen bij de actualisatie van de Nederlandse Opiumwet. Dat schrijft @NFI, het digitale nieuwsmagazine van het Nederlands Forensisch Instituut. Pogingen tot het ontduiken van de Opiumwet is nu in Nederland makkelijker dan in België, blijkt uit het artikel. “In Nederland is er in de wet een verbod op een bepaalde stof. Als daar een kleine variatie op gemaakt wordt is het al niet meer strafbaar om het te bezitten,” zegt Rik Walinga, drugsexpert bij het NFI. Onlangs bezochten drie drugsexperts van de NICC (Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie) het NFI.
Legoblokjes
Walinga: “In de Belgische wet is er een verbod op een bepaalde functionele groep van stoffen. Ook als er variaties in het molecuul worden doorgevoerd op de oorspronkelijke vorm, is het nog steeds strafbaar.” De Nederlandse wet houdt geen rekening met het ‘husselen’ van atomen binnen een molecuul. Walinga vergelijkt het aanpassen van het molecuul met legoblokjes: “Stel dat het molecuul MDMA bestaat uit een aantal soorten legoblokjes (atomen) die op een bepaalde manier aan elkaar verbonden zijn. In Nederland stellen we dat legobouwsel strafbaar, als de legoblokjes in die spécifieke volgorde staan. Maar als er één groepje legoblokjes op een andere plek wordt gezet, is het niet meer de oorspronkelijke, verboden stof. De nieuwe vorm staat dan niet op de lijst verboden psychoactieve stoffen en is het dus niet strafbaar om die te bezitten.” Maar de stof kan dan nog steeds als een MDMA-achtige drug worden verkocht, zelfde bouwstenen, andere volgorde.
Ander plekje
“In de België stellen ze bepaalde groepjes van legoblokjes die MDMA vormen strafbaar.”, vervolgt Walinga. “Als dan één legoblokje op een andere plekje aan die structuur zet, is het niet meer de oorspronkelijke vorm van MDMA, maar in België is het dan nog steeds een verboden stof.”
Drugsexpert Walinga vergelijkt dit voorbeeld met Nederland: “De stoffen die genoemd staan in de lijsten van de Opiumwet kun je zien als een vaste volgorde van atomen in een molecuul. Als je die volgorde aanpast, kun je een andere stof maken die waarschijnlijk een vergelijkbare werking heeft als bekende en verboden drugs”, legt Walinga uit. “En dan is die nieuw ontwikkelde synthetische drug niet verboden. En kan dus gewoon verkocht worden zonder dat het illegaal en strafbaar is, ondanks alle risico’s van het gebruik en ook de productie.”
Wetgeving
Is het werkbaar als er telkens nieuwe ‘soorten drugs’ eerst legaal op de markt komen die dan vervolgens weer verboden moeten worden? “Als wetgever en handhaver hobbel je er op deze manier wel een beetje achter aan. De ontwikkelingen en variaties in de drugs blijven maar doorgaan. Wordt een bepaalde stof verboden? Dan wordt die gewoon vervangen door een stof met een kleine variatie op moleculair niveau”, vervolgt Walinga.
Internationaal verschuiving in drugswetten
“Je ziet internationaal een verschuiving in de drugswetgeving. Van het verbieden van stoffen naar het verbieden van functionele groepen binnen moleculen. Ook in Nederland zijn we aan het kijken hoe de drugswetgeving efficiënter kan worden geformuleerd. Zodat het antwoorden heeft op de continue ontwikkelingen op de synthetische drugsmarkt. In België was een van de drugsdeskundigen nauw betrokken bij de formulering van de wet. Dat werkt heel goed, je kunt dan direct aangeven hoe goed een bepaalde formulering van de wet te handhaven zal zijn.”
Bron: NFI