Afspraken over aanpakken GGZ-wachtlijsten
ArrayMinister Edith Schippers (VWS) heeft met alle betrokken partijen in de GGZ, waaronder Zorgverzekeraars Nederland, afspraken gemaakt om de wachtlijsten aan te pakken. Nog dit jaar moet dat tot zichtbare resultaten leiden, vóór 1 juli 2018 moeten de wachtlijsten in de GGZ helemaal zijn weggewerkt.
Dat heeft Schippers afgesproken met ZN, GGZ-Nederland, Nederlands Instituut van Psychologen, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen en Psychotherapeuten, MIND, Federatie van psychologen, psychotherapeuten en pedagogen en Platform Meer GGZ.
De oplossing wordt gezocht in een betere verdeling van de behandelcapaciteit, inzet van e-health, betere afstemming en samenwerking tussen de vele verschillende aanbieders en financiers van psychische zorg en versnelde opbouw van ambulante zorg in de buurt.
ZN-directeur Petra van Holst is blij dat voor alle partijen nu duidelijk is dat geldgebrek niet de oorzaak is van de wachtlijsten in de GGZ. “Met zorgbemiddeling leveren zorgverzekeraars een bijdrage om de verzekerde die te lang moeten wachten, een andere zorgaanbieder voor te stellen. Dat krijgt nog meer effect als zorgverzekeraars en patiënten/cliënten beter zicht krijgen op de wachttijden per locatie en diagnosegroep.”
Gemeenten
Van Holst ziet ook een belangrijke rol voor de gemeenten bij een effectieve aanpak van de wachtlijsten in de GGZ. “Als zorgverzekeraars en de GGZ-instellingen beter met hen samenwerken, kunnen sommige behandelingen niet alleen sneller maar ook korter. Dan kunnen er ook weer meer patiënten in de GGZ behandeld worden. Denk bijvoorbeeld aan de FACT-methodiek voor patiënten met ernstige psychische aandoeningen, waar behandeling en begeleiding hand-in-hand gaat.”
Ook voor een betere doorstroom zijn de gemeenten van belang. Van Holst: “Na een klinische GGZ-behandeling hebben veel GGZ-patiënten/cliënten vaak een woning, beschermde woonvorm of begeleiding nodig. Die moeten er dan wel zijn en daarvoor hebben we de gemeenten hard nodig.”