Variatie in aangeboren afweer beïnvloedt maculadegeneratie
ArrayComplementremmers mogelijk effectief bij specifieke groep patiënten
Een deel van de patiënten met leeftijdsgebonden maculadegeneratie heeft een genetische variatie in het aangeboren afweersysteem die het ziekteproces stimuleert. Het zijn juist deze patiënten die waarschijnlijk baat hebben bij medicijnen die hun overactieve afweersysteem remmen (complementremmers) en die daardoor de maculadegeneratie vertragen. Daarom kunnen complementremmers beter worden getest bij deze specifieke patiëntengroep dan bij patiënten met maculadegeneratie in het algemeen. Dat schrijven onderzoekers van het Radboudumc in JAMA Ophthalmology.
Het complementsysteem is een onderdeel van ons afweersysteem. Het doodt ziekteverwekkers, ruimt lichaamsvreemde stoffen op en trekt afweercellen aan. Wordt het complementsysteem te actief, dan kan het ook cellen van het eigen lichaam beschadigen.
Graadmeter
Het eiwit C3b is een belangrijke speler in het complementsysteem. Het markeert schadelijke stoffen en onbruikbare cellen die opgeruimd kunnen worden. Daarnaast prikkelt C3b het immuunsysteem om actief te blijven. Is het complementsysteem klaar met zijn taak, dan wordt C3b weer afgebroken omdat de dreiging voorbij is en het systeem niet meer actief hoeft te zijn.
Medicijngebruik gebaseerd op genetische variaties
Onderzoekers van het Radboudumc keken bij patiënten met leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) naar variaties in de genen van hun complementsysteem. “Vooral patiënten met mutaties in het Complement Factor H gen of het Complement Factor I gen hebben een actiever complementsysteem dan LMD patiënten in het algemeen, omdat bij deze patiënten C3b niet goed wordt afgebroken en het complementsysteem dus actief blijft”, zegt Maartje Geerlings, eerste auteur van het artikel. “Waarschijnlijk zullen deze patiënten met zo’n CFH of CFI mutatie beter reageren op een behandeling met complementremmers.”
Specifieke groep
“Dat is een belangrijke ontdekking”, zegt Eiko de Jong, die bij het onderzoek is betrokken, “omdat dergelijke medicijnen nu al bij LMD-patiënten worden onderzocht. Wij laten nu zien dat zo’n medicijn waarschijnlijk niet geschikt is voor elke patiënt met LMD, maar juist bij een specifieke patiëntengroep het beste resultaat geeft. De kans op succes is bij hen het grootst, omdat ze een verhoogde complementactivatie hebben vanwege die mutaties in hun genen.”
Precision medicine
Op dit moment zijn de mogelijkheden om maculadegeneratie te behandelen nog zeer beperkt. “Er wordt wel onderzoek gedaan naar allerlei remmers van het complementsysteem”, zegt onderzoeksleider Anneke den Hollander, “maar nog zonder veel succes. Ons werk biedt een verklaring, maakt inzichtelijk waar dat aan ligt. We denken dat de remmers alleen effect hebben bij mensen met een te actief complementsysteem. Ook medicijnontwikkeling heeft baat bij meer precision medicine.”
Wazig zicht
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie is een ouderdomsziekte van het centrale deel van het netvlies, genaamd de macula of ‘gele vlek’. Door het afsterven van de lichtgevoelige cellen in de macula vermindert het beeld in het centrum van het gezichtsveld. Het zicht wordt wazig, beelden kunnen vervormen en uiteindelijk ontstaat er in het centrum een donkere vlek.
Snel stijgend risico
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie maakt lezen, gezichten herkennen en autorijden moeilijk tot onmogelijk. De aandoening begint over het algemeen na het vijftigste levensjaar en met het ouder worden neemt het risico fors toe. Ongeveer 35 procent van de mensen boven de 75 lijdt aan leeftijdsgebonden maculadegeneratie.
Bron: Radboudumc