Continue glucosemonitoring voorkomt ernstige hypo’s bij mensen met type 1 diabetes
ArrayContinue glucosemonitoring betere methode dan vingerprikken
Continue glucosemonitoring verlaagt het risico op lage bloedsuikerwaardes – ernstige hypoglykemieën – met ruim 50% bij patiënten die deze doorgaans niet voelen aankomen. Dit werkt beter dan vingerprikken. Dr. Erik H. Serné van VUmc coördineerde de studie hiernaar. De resultaten van dit onderzoek zijn gepresenteerd tijdens een diabetescongres in München en in het gezaghebbende tijdschrift The Lancet Diabetes & Endocrinology.
Volgens Dr. Serné voelt een kwart van de volwassen patiënten met type 1 diabetes hypoglykemieën niet aankomen. “Dit verhoogt het risico op ernstige hypo’s sterk. Hierbij is de bloedsuikerwaarde dusdanig laag dat een patiënt dit zelf niet meer kan behandelen en hulp nodig heeft van anderen. We hebben bij het Diabetescentrum van VUmc nu voor het eerst aangetoond dat goede regulatie van de bloedsuikerwaardes ernstige complicaties aan ogen, nieren, zenuwen, hart en vaten voorkomt.”
Normale glucosewaarden zijn voor diabetespatiënten cruciaal. Te lage bloedsuikerwaarden (een hypoglykemie of hypo) veroorzaken lichamelijke en geestelijke klachten. ’s Nachts onderbreekt het de gezonde slaap. Gelukkig voelen de meeste patiënten met diabetes een hypo aankomen. Ze kunnen vervolgens zelf maatregelen nemen. Een kwart van de patiënten met diabetes type 1 voelt, vaak door het herhaald voorkomen van hypo’s, deze niet meer aankomen. Deze ongevoeligheid om hypo’s waar te nemen geeft een sterk verhoogd risico op ernstige hypo’s, waarbij de hulp van anderen nodig is om bewusteloosheid te voorkomen.
Het idee van de onderzoekers was dat een continue glucosemeter met een waarschuwend alarm zou kunnen helpen bij type 1 diabetes patiënten met een ongevoeligheid om hypo’s waar te nemen. Dit was echter nog niet aangetoond.
Het onderzoek
Om na te gaan of de continue glucosemeter met waarschuwingsalarm behulpzaam zou kunnen zijn deden onderzoekers van VUmc een studie bij 52 volwassen proefpersonen met type 1 diabetes en een ongevoeligheid om hypo’s waar te nemen. Gedurende twee periodes van 16 weken controleerden zij hun suikerwaardes met een continue glucose monitor of met standaard vingerprikken. Alle patiënten doorliepen beide periodes en loting bepaalde de volgorde van de periodes. Tijdens beide periodes werd gemeten hoeveel tijd van de dag het suikergehalte binnen, boven en onder de normaalwaardes was en werd het aantal ernstige hypoglykemieën gemeten. Het gebruik van een continue glucosemeter met waarschuwingsalarm veroorzaakte een halvering van de tijd dat het suikergehalte te laag was. Een belangrijke bevinding was dat ook het aantal ernstige hypo’s gehalveerd werd. Helaas bleek dat de controle van de bloedsuikers weer verslechterde op het moment dat patiënten van continue glucose monitoring weer terugschakelden naar vingerprikken.
Vergoeding
Helaas wordt op dit moment de glucosemeter met waarschuwingsalarm nog niet vergoed voor de groep type 1 diabetes patiënten met ongevoeligheid om hypo’s waar te nemen, omdat het niet bewezen effectief was. De onderzoekers hopen dat dit onderzoek bijdraagt aan een aanpassing van het vergoedingsstelsel.
Congres
Promovendus Koen van Beers van het Diabetescentrum van VUmc heeft de resultaten van zijn onderzoek gepresenteerd op het 52e internationale diabetescongres The European Association for the Study of Diabetes Annual Meeting 2016, op 15 september 2016 in München, Duitsland,
Bron: VUmc