Consumentengebruik van Gezondheidsapps en Wearables de afgelopen twee jaar gestegen
ArrayAccenture onderzoek toont aan dat de afgelopen twee jaar steeds meer consumenten wearables en mobiele apps gebruiken om zaken omtrent hun gezondheid te beheren.
Met name het aantal consumenten in Noorwegen dat gezondheidsapps gebruikt is gestegen van 30 procent in 2014 naar 33 procent vandaag, en het aantal consumenten dat wearables gebruikt is gestegen van 15 procent naar 19 procent in dezelfde periode. Deze bevindingen in Noorwegen maken deel uit van een enquête die is afgenomen in zeven landen onder ongeveer 8,000 consumenten —inclusief 800 in Noorwegen—waarbij specifieke bevindingen worden vergeleken met een vergelijkbaar onderzoek onder artsen.
Toenemend gebruik van Gezondheidsapps en Wearables
Digitale hulpmiddelen, zoals wearables en mobiele apps, beginnen deel uit te maken van de wisselwerking tussen artsen en patiënten. Uit de meest recente enquête blijkt dat van ongeveer één op de vijf Noren die gevraagd werden door hun arts om wearables te gebruiken om hun gezondheid in de gaten te houden, de meerderheid (80%) deze aanbeveling opvolgt. Met de wearables worden bijvoorbeeld fitheid (20% van de gebruikers) of belangrijke vitale signalen (24% van de gebruikers) gemeten. De meerderheid van de consumenten (60%) en artsen (70%) zei dat het gebruik van deze apparaten patiënten helpt om betrokken te zijn bij hun gezondheid.
Bijna een derde (29%) van de gebruikers van gezondheidsapps hebben het afgelopen jaar gegevens van hun mobiele app besproken of gedeeld met hun dokter. Consumenten gebruiken hun mobiele apps het meest voor hun voeding/dieet (genoemd door 52%), fitheid (39%), herinneringen aan medicatie (19%) en het monitoren van gezondheid en conditie (18%).
Terwijl meer dan driekwart (76%) van de Noren zegt dat ze in ieder geval tot op zekere hoogte bereid zijn om gegevens van wearables of apps te delen met hun artsen, zegt slechts een kwart (24%) dat ze bereid zouden zijn om deze gegevens met hun werkgevers te delen.
Het gebruik van Virtuele Zorg
Meer dan een derde (34%) van de consumenten in Noorwegen geeft voorkeur aan virtuele afspraken bij de dokter boven face-to-face doktersafspraken als dat betekent dat ze een arts sneller kunnen zien – hoewel twee derde (66%) nog steeds langer wilt wachten om hun arts in persoon te zien. In feite rekenen de consumenten in Noorwegen vooral op gezondheidszorg van professionals, niet op mobiele gezondheidsmiddelen, dit is meer dan consumenten in de overige onderzochte landen. In de meest recente enquête merkt slechts 11% van de Noorse consumenten op dat ze in de eerste plaats vertrouwen op mobiele gezondheidsmiddelen. Echter, geloven zowel Noorse artsen en consumenten dat virtuele bezoeken voordelen bieden voor patiënten, zoals lagere kosten (58% van de consumenten ten opzichte van 79% van de artsen) en gemak voor de agenda’s van patiënten (50% versus 80%), terwijl fysieke bezoeken kwaliteitszorg aan patiënten bieden (67% van de consumenten ten opzichte van 83% van de artsen).
“Digitale hulpmiddelen geven patiënten de macht om de leiding over hun gezondheid te nemen en om te gaan met het systeem op hun eigen voorwaarden,” aldus Geir Prestegård, Healtcare Lead Accenture Noorwegen. “Zorgverleners moeten digitale mogelijkheden in de kern van hun business model weven, zodat het wordt opgenomen in alles wat ze doen.”
Methodologie
Accenture heeft opdracht gegeven voor een onderzoek onder ongeveer 8.000 consumenten in zeven landen om de acceptatie en houding ten opzichte van digitale gezondheidsmiddelen, elektronische patiënten dossiers en om de elektronische mogelijkheden van hun zorgverleners te beoordelen. De zeven vertegenwoordigde landen waren de Verenigde Staten (2,225 respondenten), Australië (1,013), Brazilië (1,006), Engeland (1,009), Noorwegen (800), Saoedi-Arabië (852) en Singapore (935).
Het onderzoek werd uitgevoerd door Nielsen tussen november 2015 en januari 2016. Indien relevant, verwijst het onderzoek naar specifieke bevindingen van een soortgelijk artsen onderzoek om de reacties van arts en de consument te vergelijken.\
Bron: Accenture