Pionierswerk Vlaamse onderzoeker leidt tot kortere behandeling resistente tbc

Array

Interview met dr. Armand Van Deun Door Roeland Scholtalbers
Het is slechts weinig onderzoekers gegeven om wereldwijd de overlevingskans van duizenden patiënten drastisch te verhogen. ITG-onderzoeker dr. Armand Van Deun is zo iemand. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) introduceerde op 12 mei 2016 een door Van Deun ontwikkelde geneesmiddelencombinatie als standaardbehandeling voor multiresistente tuberculose. De behandeling zorgt ervoor dat veel meer patiënten sneller genezen. Toen hij er 20 jaar geleden zijn schouders onder zette, werd de ziekte nog onbehandelbaar geacht.

Wereldwijd krijgen jaarlijks negen miljoen mensen tuberculose waarvan er anderhalf miljoen de infectie, veroorzaakt door het mycobacterium M. tuberculosis, niet overleven.  De grootste bedreiging in de strijd tegen tuberculose is de groeiende epidemie van een multiresistente variant van de ziekte. In 2014 waren ongeveer 450.000 gevallen resistent tegen de gangbare geneesmiddelen.

Wie getroffen wordt door multi-drug-resistant tuberculosis (oftewel MDR-TB) is veroordeeld tot bijna twee jaar behandeling, onder andere met tweedelijnsgeneesmiddelen met giftige bijwerkingen.  Zo ontwikkelt tot één op drie patiënten doofheid ten gevolge van de behandeling. Gemiddeld overleeft slechts de helft van de MDR-TB-patiënten.

Na omzwervingen in Tanzania en Rwanda kwam Van Deun in 1994 bij een project van Damiaanactie in Bangladesh terecht. Als jonge arts, met een diploma tropische geneeskunde en laboratoriumgeneeskunde op zak, had hij in Afrika al de nodige ervaring opgedaan met de bestrijding van tuberculose en lepra. “Er waren toen nog maar weinig gevallen van resistente tbc en men vertelde mij dat de ziekte onbehandelbaar was. Dat was op dat moment ook het geval, maar daar wilden enkele toegewijde verplegers en ik ons niet bij neerleggen,” blikt Armand Van Deun terug.

De directie van Damiaanactie twijfelde, maar Van Deun en zijn collega’s gingen op zoek naar de juiste combinatie, dosering en timing van medicijnen voor een betere behandeling. Dankzij de devaluatie van de Amerikaanse dollar tegenover de Europese munten kregen de onderzoekers onverwachts meer financiële ruimte om hun project verder te zetten. In zekere zin is het ontwikkelen van een nieuw behandelingsregime een race tegen de klok, omdat het ongewis is wanneer resistentie zal optreden. Resistentie tegen medicijnen ontstaat door verkeerd en ongecontroleerd gebruik, een groeiend probleem met name in de opkomende economieën in het Zuiden.

Tussen 1996 en 2008 onderzocht het ITG in Antwerpen alle patiëntenstalen uit Bangladesh op resistentie tegen geneesmiddelen. Sinds 1999 werkt Van Deun er in de Dienst Mycobacteriologie, die een WHO-referentielaboratorium voor mycobacteriën runt  (tbc, Buruli ulcer, lepra). “Aan de hand van de gegevens van duizenden laboratoriumtests konden we onze behandeling langzaam maar zeker op punt te stellen,” aldus Van Deun. Experimenten in het laboratorium van prof. Françoise Portaels suggereerden hem ook om clofazimine toe te voegen aan de behandeling. “Het middel werd op dat moment niet erkend door de WHO en op korte termijn leek het ook niet te werken. Wij hadden echter aanwijzingen dat het na enkele weken wél begon te werken en wel voor de duur van de ganse behandeling. Dat bleek inderdaad het geval te zijn.”

In 2006 was het “Bangladesh-regime” een feit, gebaseerd op zeven bestaande geneesmiddelen, waarbij gatifloxacin de antibacteriële troepen aanvoerde. De behandeling duurt amper 9 maanden, in plaats van de door de WHO aanbevolen 18 tot 24 maanden. In 2010 rapporteerden Van Deun en collega’s dat deze behandeling het slaagcijfer verhoogde van 65% naar 88% voor MDR-TB-patiënten in Bangladesh. In tegenstelling tot het aanbevolen WHO-regime veroorzaakt de nieuwe behandeling vrijwel  geen resistentie wanneer de behandeling toch mislukt. Daarnaast is de kortere behandeling ook een stuk goedkoper.

De wetenschappers bevestigden deze uitmuntende resultaten met een volgende studie in 2014. Ondanks de stijgende ernstige resistentie aan tweedelijnsgeneesmiddelen haalden de vorsers een positief resultaat in ruwweg 85% van de gevallen. Een kleinere studie in Niger bevestigde daarna de resultaten van de kortere behandeling. Het levensreddende plan wordt momenteel ook getest in Ethiopië, Vietnam en Zuid-Afrika, landen met een hoger aantal hiv/tbc-co-infecties in vergelijking met Bangladesh. Een studie van The Union in acht Franstalige Afrikaanse landen maakt ook gebruik van het nieuwe behandelingsregime.

Op 12 mei 2016 kondigde de WHO aangepaste internationale richtlijnen aan voor MDR-TB op basis van het regime waarvan Armand Van Deun in 1996 de eerste puzzelstukjes legde. “We hebben laten zien dat multiresistente tuberculose een behandelbare ziekte is geworden. Toch moeten we op onze qui-vive zijn om verdere resistentie te vermijden door medicijnen optimaal te combineren. Dat betekent dat de gebruiksregels wereldwijd nageleefd moeten worden. Ook nieuw ontwikkelde tbc-medicijnen zullen langer kunnen meegaan als ze op de juiste manier worden ingezet.”

Bios Dr. Armand Van Deun
Armand Van Deun, MD, PhD, geboren in 1953. Gespecialiseerd in laboratoriumgeneeskunde, maar meeste professionele activiteiten in tbc/lepra-controleprogramma’s in Afrika (Tanzania, Rwanda) en Azië (Bangladesh) vanaf 1979. Terugkeer in Europa in 1999 als senior postdoctoraal onderzoeker in de Dienst Mycobacteriologie van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen. Verantwoordelijk met name voor de coördinatie en uitvoering van onderzoeksprojecten, met een focus op (de kwaliteitscontrole van) tbc-microscopie, analyse van de nauwkeurigheid van technieken om de resistentie van tb-bacillen te testen, en de verbetering van tbc-behandelingen. Jaarlijkse testronde van gevoeligheidstesten voor het internationale netwerk van supranationale tbc-referentielaboratoria. Betrokken bij de voorbereiding van nieuwe supranationale referentielaboratoria, in nauwe samenwerking met de WHO. Sinds 2001 ook consultant bacteriologie voor de tuberculose-afdeling van The Union, met verantwoordelijkheid voor technische assistentie aan landen en laboratoriumactiviteiten wereldwijd.

Roeland Scholtalbers

Recente artikelen