Minister wil prijs pertuzumab omlaag hebben
ArrayMinister Schippers van VWS wil dat het dure borstkankermedicijn pertuzumab (Perjeta) goedkoper wordt zodat het in het basispakket kan blijven. Ze gaat met fabrikant Roche onderhandelen om te bereiken dat de prijs op een ‘aanvaardbaar niveau’ komt. Een definitief besluit over de vergoeding van pertuzumab volgt na het overleg. Het middel blijft tijdens de onderhandelingen ook voor nieuwe patiënten vergoed door de zorgverzekering.
Minister Edith Schippers (Volksgezondheid) gaat met de fabrikant van het borstkankermedicijn pertuzumab onderhandelen over de prijs. Deze onderhandelingen moeten ervoor zorgen dat deze kosten op een aanvaardbaar niveau komen. Een definitief besluit over de vergoeding van pertuzumab volgt op basis van de uitkomsten van de onderhandelingen.
Het middel blijft tijdens de onderhandelingen vergoed door de zorgverzekering, zowel voor bestaande als voor nieuw patiënten. Dit schrijft zij vandaag aan de Tweede Kamer in haar reactie op een advies van Zorginstituut Nederland.
Advies Zorginstituut
In januari oordeelde het Zorginstituut dat pertuzumab weliswaar bewezen effectief is bij de behandeling van uitgezaaide borstkanker, maar stelde ook dat er sprake was van een zeer ongunstige kosteneffectiviteit (150.000 euro per gewonnen levensjaar in goede kwaliteit). Daarom adviseerde het Zorginstituut het middel niet langer te vergoeden, tenzij door onderhandelingen de prijs aanzienlijk zou worden verlaagd. De totale kosten van pertuzumab worden geschat op 39,5 miljoen euro per jaar.
Sluis
Naast de onderhandelingen over Pertuzumab, kondigt Schippers ook onderhandelingen aan over vier nieuwe behandelingen. Het gaat om:
- Ibrutinib (merknaam Imbruvica) voor de eerstelijnsbehandeling van chronische lymfatische leukemie;
- Palbociclib (merknaam Ibrance) voor de behandeling van uitgezaaide borstkanker;
- Pembrolizumab (merknaam Keytruda) voor de behandeling van longkanker;
- Atezolizumab (nog geen merknaam ook bekend als MPDL3280A) voor de behandeling van longkanker.
Deze vier middelen zijn voor deze specifieke behandeltoepassingen nog niet op de markt en maken ook nog geen deel uit van het basispakket. Met deze middelen zijn naar verwachting hoge kosten gemoeid. Zo kunnen de totale kosten voor ibrutinib en voor palbociclib per product oplopen tot boven de 100 miljoen euro. Directe toelating tot het pakket zou betekenen dat andere vormen van zorg in het gedrang kunnen komen. Daarom heeft Schippers besloten deze middelen in de zogenaamde ‘sluis’ te plaatsen. Dat betekent dat zij niet toegelaten worden tot het pakket, totdat de verwachte kosten door onderhandelingen op een aanvaardbaar niveau zijn gekomen. Dit beleid werd in 2015 voor het eerst ingezet bij het longkankermiddel nivolumab. Pembrolizumab en atezolizumab behoren tot dezelfde geneesmiddelgroep als nivolumab.
Voor alle middelen geldt dat de toelating tot het pakket afhankelijk is van de resultaten van de onderhandelingen met de industrie. De uitkomst daarvan kan zijn dat er geen overeenstemming wordt bereikt.
Begin dit jaar adviseerde Zorginstituut Nederland het middel niet langer te vergoeden, tenzij door onderhandelingen de prijs aanzienlijk zou worden verlaagd. Pertuzumab is weliswaar bewezen effectief bij de behandeling van uitgezaaide borstkanker. Maar het instituut stelde ook dat het 150.000 euro kost om een patiënt één extra levensjaar ‘in goede kwaliteit’ te geven.
Kamerbrief over vergoeding intramurale geneesmiddelen en voornemen tot sluis