Infectiemechanisme Chikungunyavirus opgehelderd
ArrayMareike van Duijl-Richter en haar collega’s ontdekten met biochemische analysemethoden en geavanceerde microscopietechnieken hoe het tropische Chikungunyavirus erin slaagt zo succesvol in het menselijk lichaam door te dringen. Snel na de opname in de cellen van ons lichaam blijkt het virusmembraan samen te smelten met het membraan van zure blaasjes in de cel. Antistoffen die het samensmelten van membranen remmen, blijken dan ook het meest effectief tegen infectie te zijn.
Het Chikungunyavirus wordt, net als het Dengue-virus, overgedragen door muggen. Besmetting vindt voornamelijk plaats in stedelijke subtropische en tropische gebieden, en het aantal besmettingen voor beide ziekten loopt rap op. De symptomen komen overeen; patiënten hebben vaak koorts, gewrichtspijn, hoofdpijn en/of huiduitslag. Bij herhaalde infectie kunnen de symptomen van Dengue bijzonder ernstig zijn. Er bestaan nog geen vaccins voor Chikungunya en Dengue, de behandeling bestaat nu nog uit het bestrijden van de symptomen.
Van Duijl-Richter onderzocht voor beide infectieziekten het samenspel tussen deze virussen en hun gastheer, het menselijk lichaam. Eén van haar bevindingen is hoe het infectiemechanisme van het Chikungunyavirus verloopt. Voor opname in de menselijke cel blijkt alleen een zure omgeving nodig te zijn en geen receptor. De promovenda ontdekte verder dat bepaalde Dengue-virusdeeltjes (prM-bevattende deeltjes) in staat zijn om voorloper-dendritische cellen (afweercellen) te infecteren. Tot nu toe werd gedacht dat deze prM-virusdeeltjes zelf niet infectieus zijn. Een antiserum tegen Dengue bleek de infectie in voorloper-dendritische cellen niet te versterken, maar stelde prM-virusdeeltjes wel in staat om macrofagen (een soort opeetcellen) te infecteren. Bij een herhaalde infectie met Dengue zijn volgens van Duijl-Richter en haar collega’s daarom waarschijnlijk niet voorloper-dendritische cellen verantwoordelijk voor een versterkte infectie, maar macrofagen. De resultaten van dit onderzoek kunnen helpen bij het ontwikkelen van vaccins of geneesmiddelen tegen beide tropische infectieziekten.
Mareike van Duijl-Richter (1986) studeerde Life Science & Technology en de topmaster Medical & Pharmaceutical Drug Innovation aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij onderzoeksinstituut GUIDE, onderzoeksprogramma Microbes in Health and Disease, van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd door een persoonlijke subsidie verworven via het Topmaster programma van het UMCG. Van Duijl-Richter werkt momenteel als docent en onderzoeker Microbiologie aan de Hogeschool Leiden.