Operatie kromme vinger kan ook bij de huisarts
ArrayBehandeling door huisarts even goed als in het ziekenhuis
Mensen die vanwege de ziekte van Dupuytren hun vingers niet meer kunnen strekken, hoeven niet per se naar het ziekenhuis voor een behandeling. Een ingreep door een getrainde huisarts lijkt net zo goed te zijn als die van een plastisch chirurg. Dit blijkt uit onderzoek onder leiding van het Radboudumc dat begin deze maand verscheen in het tijdschrift Huisarts en Wetenschap.
Bij de ziekte van Dupuytren krijgen patiënten last van kromstaande vingers die zij niet meer recht kunnen strekken. De ziekte is erfelijk en komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Van de Nederlandse bevolking ouder dan 50 jaar heeft ruim vier procent last van deze ziekte. De symptomen worden veroorzaakt door de aangroei van bindweefsel in de handpalm. Deze klachten zijn hinderlijk, maar niet pijnlijk en zijn operatief te verhelpen. Bij milde klachten is het ook mogelijk om een zogenaamde percutane naaldfasciotomie (PNF) te doen. Met een naald wordt dan het harde weefsel in de handpalm doorgeprikt, waarna de kromme vinger(s) worden gestrekt. Zowel de operatie als de naaldbehandeling worden standaard uitgevoerd door een plastisch chirurg in het ziekenhuis.
Resultaten vergelijkbaar
Als een gespecialiseerde huisarts de PNF uitvoert, kan dit veel doorverwijzingen naar het ziekenhuis schelen. De zorg wordt hierdoor niet alleen goedkoper, maar ook minder belastend voor de patiënt. De onderzoekers volgden 68 Dupuytren-patiënten die werden behandeld door een huisarts die speciaal getraind is in het uitvoeren van PNF. Zes weken na de behandeling was de kromtrekking van de vingers bij de patiënten gemiddeld met 63% afgenomen. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met die van een PNF-behandeling door een plastische chirurg, zoals uit een eerder onderzoek bleek. Senior onderzoeker Tjard Schermer van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc: “Deze resultaten laten zien dat op korte termijn de behandeling door de huisarts net zo goed is als door een chirurg in het ziekenhuis. We blijven deze patiënten volgen om te zien of dit ook voor de langere termijn geldt.”
Minder complicaties
Omdat de PNF een niet-operatieve behandeling is, is deze veel minder ingrijpend dan de in Nederland gebruikelijke operatie. Wel is er een wat grotere kans dat de aandoening op een later moment weer terugkeert. Bij operaties is dit overigens ook een veel voorkomend probleem. De kans op complicaties bij PNF is echter veel kleiner dan bij de operatie. Arre Bekkering, huisarts in Rheden, voerde de naaldbehandelingen uit: “Het lijkt me niet zinvol dat alle huisartsen de PNF kunnen uitvoeren. Als een beperkt aantal goed getrainde huisartsen de behandeling beheerst, maakt dat de zorg al een stuk laagdrempeliger en doelmatiger. En dat kan veel verwijzingen naar het ziekenhuis voorkomen.”
Bron: Radboudumc