Richting een verbeterde behandeling voor patiënten met viscerale leishmaniasis en hiv
ArrayViscerale leishmaniasis (VL, ook wel kala-azar genoemd) is een levensbedreigende parasitaire ziekte die vooral het Indische subcontinent, Oost-Afrika en Zuid-Amerika treft. De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat er wereldwijd elk jaar 200.000 à 400.000 nieuwe gevallen van VL opduiken. Meer dan 90% ervan doen zich voor in zes landen, waaronder Ethiopië*. De ziekte is bijzonder ernstig en heeft een hoge mortaliteit bij hiv-patiënten. In zijn doctoraatsonderzoek aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen (ITG), bestudeerde dr. Ermias Diro uit Ethiopië twee complicerende factoren bij VL-hiv-co-infecties: atypische klinische verschijnselen en zwakke respons op de behandeling.
De symptomen van VL bij hiv-positieve patiënten gaan van orale en rectale laesies, vergroting van de lever en milt, tot depigmentatie van de huid. Diro schreef een artikel over deze atypische klinische verschijnselen en drong er bij artsen op aan om leishmaniasis niet over het hoofd te zien bij het onderzoek van de patiënt, zodat de diagnose sneller kan gesteld worden.
Ook al wordt de juiste diagnose gesteld, door het verzwakte immuunsysteem van de VL-hiv-patiënt is behandeling met alle anti-leishmaniageneesmiddelen moeilijk en veel patiënten hervallen. Net omdat beide ziekten elkaar versterken, faalt de behandeling voor beide ziekten. Met andere woorden, er is dringend nood aan een veilig en effectief geneesmiddel voor de behandeling van VL.
Diro deed zijn onderzoek in Noordwest-Ethiopië, waar co-infectie 10 tot 20% bedraagt. Hij toonde aan dat slechts 43% van de VL-patiënten met hiv genas met de klassieke natrium-stibogluconatebehandeling van één maand. Een op vier patiënten ondervond ernstige bijwerkingen. Met een verlengde behandelingsduur bedroeg het genezingspercentage slechts 75%.
De onderzoeker testte ook het gebruik van pentamidine als secundaire profylaxe in een klinische studie met 74 VL-hiv-geïnfecteerde patiënten. Eerdere studies toonden aan dat 50 tot 100% van de patiënten binnen een jaar hervallen. Met pentamidine als secundaire profylaxe werd dit bij 71% van de patiënten voorkomen.
“We hebben veel geleerd over de behandeling van VL bij hiv-patiënten, maar er is nog een lange weg te gaan. Deze co-infecties blijven een van de meest genegeerde problemen onder de verwaarloosde ziekten. Een van de aspecten die we verder willen onderzoeken is het anti-leishmaniaeffect van hiv-proteaseremmers. Het optimaliseren van antiretrovirale therapie kan VL-hiv-patiënten zeker ten goede komen,” aldus dr. Ermias Diro, hoofddocent aan de Universiteit van Gondar in Ethiopië, een institutionele partnerorganisatie van het ITG.
Op 26 mei 2015 behaalde Diro een doctoraat in de medische wetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen voor zijn onderzoek aan het ITG.
* http://www.who.int/gho/neglected_diseases/leishmaniasis/en/
De thesis: http://www.itg.be/itg/Uploads/Communicatie/Ermias-Diro-V-LL-V.pdf
Bron: ITG