Optimale insuline-injectietechniek verbetert bloedglucosecontrole bij diabetespatiënten
ArrayUit een recent onderzoek uitgevoerd door Grassi et al.[i] blijkt dat de bloedglucosecontrole bij diabetespatiënten die insuline injecteren verbeterd kan worden door een betere injectietechniek.
De resultaten toonden aan dat voorlichting over injectietechnieken niet alleen een betere bloedglucosecontrole oplevert, maar ook tot een grotere tevredenheid over de behandeling leidt. Bovendienwordt al na drie maanden het dagelijkse insulineverbruik verminderd, , m.a.w. een relatief korte termijn. Deze positieve bevindingen zijn essentieel omdat ze kunnen bijdragen tot een betere therapietrouw, en in dat geval ook tot betere klinische resultaten op de lange termijn. Zo kunnen de kosten binnen de diabeteszorg worden gedrukt en kan de efficiëntie worden verhoogd.
Volgens de onderzoekers bespreken insuline-injecterende patiënten tijdens hun doktersbezoek hun bloedglucosecontrole en aanpassingen van de insulinedosis, maar is er slechts weinig aandacht voor het verbeteren van de injectietechniek[ii]. Het onderzoek spitste zich daarom toe op een multimodale benadering, met inbegrip van training in injectietechnieken en het gebruik van kortere naalden. Het doel was om aan te tonen dat beide een belangrijke rol spelen in de behandeling van diabetes.
Uit de resultaten bleek dat een aanzienlijk aantal patiënten het belang van een goede injectietechniek begon in te zien. Patiënten gingen hun injecties correcter uitvoeren, waarbij de meeste bij gebruik van 4 mm pennaalden geen huidplooien meer maakten. De 4 mm pennaalden zijn geschikt bevonden voor de insulinebehandeling van volwassenen, ongeacht hun BMI[iii], alsook voor die van kinderen en jongeren[iv]. De insuline wordt namelijk op een betrouwbare manier in het onderhuidse weefsel geïnjecteerd zonder risico op een intramusculaire injectie. Patiënten meldden dat de injectie met een 4 mm pennaald minder pijnlijk is[v], wat de therapietrouw, het psychische comfort en de levenskwaliteit ten goede komt.
Enkele andere klinische tests waarbij verschillende naaldlengten en -dikten werden onderzocht, toonden al eerder de voordelen aan van kortere en fijnere naalden in vergelijking met langere naalden[vi],[vii]. Maar in deze onderzoeken was echter geen verbetering van de glucosecontrole merkbaar. Grassi et al.[viii] is dan ook het eerste gepubliceerde onderzoek dat aantoont dat een correcte injectietechniek bijdraagt tot een betere bloedglucosecontrole.
Dr. Ken Strauss, Director of Safety in Medicine, European Medical Association, Global Medical Director van BD en co-auteur van het onderzoek, licht toe: “De bevindingen van het Grassi et al. onderzoek zijn treffend. Patiënten en professionals hoeven geen maanden of jaren te wachten om een verbetering in de belangrijkste klinische parameters (bloedglucosecontrole en minder insuline) te zien wanneer zij adequate training in injectietechnieken en de juiste injectiehulpmiddelen ontvangen. Verbeteringen kunnen al in het begin van de insulinebehandeling worden verwacht. Een continue verbetering zorgt ervoor dat patiënten meer gemotiveerd zijn.”
“De onderzoeksresultaten tonen duidelijk aan dat een multimodale benadering, met inbegrip van voorlichting over injectietechnieken en het gebruik van 4 mm pennaalden, een groot verschil kan maken. Niet alleen zorgt het voor een betere bloedglucosecontrole, maar de patiënten konden ook hun insulineverbruik verminderen door de juiste injectietechniek toe te passen. Hierdoor wordt de behandeling van diabetes vereenvoudigd en de levenskwaliteit verbeterd.”
Na een eerste onderzoek startte elke patiënt met het gebruik van een 4 mm 32G pennaald en leerde hij de juiste injectietechniek aan. Na een periode van drie maanden werden de patiënten opnieuw onderzocht. Hierbij werden de injectietechniek, de injectieplaatsen en hun psychologische reactie op de klinische impact van de 4 mm pennaald geëvalueerd.
Aan het einde van het onderzoek bleek dat de meeste patiënten een beter inzicht hadden verworven in de beschikbare injectiemiddelen, de zorg voor en het onderhoud van injectieplaatsen, de manieren om complicaties zoals lipohypertrofie te vermijden en de noodzaak om injectieplaatsen te roteren.
Methodologie
Voor het onderzoek hebben 346 diabetespatiënten in 18 ambulante centra door heel Noord-Italië die minimaal vier jaar lang insuline hebben geïnjecteerd een vragenlijst ingevuld over hun injectietechniek (IT). Vervolgens onderzocht de verpleegster de injectieplaatsen van de patiënt op lipohypertrofie (LH), gevolgd door een individuele trainingssessie waarin suboptimale IT-praktijken werden behandeld die in de vragenlijst naar voren kwamen. Alle patiënten leerden om op de juiste manier plaatsen te roteren om LH te voorkomen en gebruikten 4 mm pennaalden (PN) om intramusculaire (IM) injecties te voorkomen. Ze werden geïnstrueerd om de naalden niet te hergebruiken. De patiënten werden na de eerste drie maanden geëvalueerd om hun IT, veranderingen in klinische parameters, de conditie van hun injectieplaatsen en hun psychologische reactie op en klinische impact van de 4 mm PN vast te stellen.
Referenties
[i] Grassi G, Scuntero P, Trepicciono R, Marubbi F, Strauss K. Optimising Insulin Injection Technique and its Effects on Blood Glucose Control, Journal of Clinical & Tranlational Endocrinology (2014), doi: 10.1016/j.jcte.2014.07.006.
[ii] Ibid
[iii] Laurence J. Hirsch, Michael A. Gibney, John Albanese, Shangkang Qu, Kenneth Kassler-Taub, Leslie J. Klaff, Timothy S. Bailey, Comparative glycemic control, safety and patient ratings for a new 4mm x 32G insulin pen needle in adults with diabetes. Current Medical Research & Opinion (2010), Vol. 26, No. 6, 1531-1541.
[iv] Lo Presti D, Ingegnosi C, Strauss K. Skin and subcutaneous thickness at injecting sites in children with diabetes: ultrasound findings and injecting recommendations. Pediatr Diabetes (2012), Nov, 13 (7): 525-33.
[v] Hirsch LJ, Gibney MA, Albanese J, et al. Comparative glycemic control, safety and patient ratings for a new 4 mm x 32G insulin pen needle in adults with diabetes. Curr Med Res Opin. (2010), 26 (6): 1531–1541.
[vi] Kreugel G, Keers JC, Kerstens, MN, Wolffenbuttel BHR. Randomized trial on the influence of the length of two insulin pen needles on glycemic control and patient preference in obese patients with diabetes. Diab Tech Ther (2011), 13(7):737_41.
[vii] Iwanaga M, Kamoi K: Patient perceptions of injection pain and anxiety: a comparison of NovoFine 32-gauge tip 6mm and Micro Fine Plus 31-gauge 5mm needles. Diabetes Technol Ther (2009),11:81–86.
[viii] Grassi G, Scuntero P, Trepicciono R, Marubbi F, Strauss K. Optimising Insulin Injection Technique and its Effects on Blood Glucose Control, Journal of Clinical & Tranlational Endocrinology (2014), doi: 10.1016/j.jcte.2014.07.006.