Doe je dat thuis ook?
ArrayDoe je dat thuis ook? Mondiale ongelijkheid in gezondheid aanpakken vraagt nationale remedies die internationaal worden toegepast
“Het aanpakken van ongelijke toegang tot gezondheid wereldwijd is niet een kwestie van een eenmalige inspanning. Het vraagt dezelfde inzet als op nationaal niveau: balanceren en doorzetten. Zolang dat niet verandert blijft ons land onderdeel van het probleem, niet van de oplossing. We moeten ons allemaal afvragen: doe ik dat thuis ook?” aldus ITG-onderzoeker Gorik Ooms.
Ooms maakt deel uit van een internationale groep gezondheidsexperts, samengebracht door The Lancet, die ongelijkheid in gezondheid in de internationale betrekkingen bestudeerden. De experts zien dat gezondheid lijdt onder de dynamiek tussen landen die niet even sterk zijn en die elk hun eigen nationale veiligheid, welvaart en soevereiniteit nastreven. Hun rapport verschijnt op 11 februari in The Lancet.
De experts identificeren vijf redenen waarom de huidige ‘global governance’ ongelijkheid in stand houdt:
– Ondemocratisch bestuur: de wereld wordt bestuurd door vertegenwoordigers van landen die hun eigen belang nastreven, en waarvan sommigen zwaarder op beslissingen wegen dan anderen. Daardoor worden de belangen van de bewoners van minder sterke landen niet behoorlijk verdedigd.
– De ‘bestuurders’ van de wereld leggen verantwoording af tegenover de mensen die ze vertegenwoordigen, niet tegenover alle mensen die de gevolgen van hun beslissingen ondergaan.
– Gezondheid is geen prioriteit, en wanneer toch mondiale inspanningen worden geleverd dienen die vaak andere belangen.
– Internationale instellingen en normen zijn vastgeroest.
– Er is een gebrek aan internationale instellingen en normen die ‘gezondheid voor iedereen’ nastreven, en daartoe ook zijn uitgerust.
Volgens de experts kan deze trend doorbroken worden door het versterken van internationale samenwerkingsverbanden op het gebied van mondiaal gezondheidsbestuur, die de ‘remedies’ die nationaal hun waarde hebben bewezen ook internationaal gaan toepassen. Sociale zekerheidsmechanismen voor gezondheid, bijvoorbeeld, zijn gebaseerd op de principes van bijdragen in verhouding tot mogelijkheden en verdeling in verhouding tot noden, en dit voor onbepaalde duur: balanceren en doorzetten.
Internationale samenwerking vertrekt vanuit de veronderstelling dat tijdelijke hulp volstaat, waarna elk land zijn eigen boontjes moet doppen. Dat laatste werkt niet, omdat de mechanismen die voor een ongelijke verdeling zorgen ook grensoverschrijdend werken, en de voortdurende correctie ook grensoverschrijdend zou moeten zijn.
“Wat op internationaal vlak wordt toegepast – kortstondige steun, waarna elk land er alleen voor staat – zou op nationaal vlak nooit worden aanvaard,” aldus Ooms.