ACE: Nieuw Academisch Centrum voor Epileptologie zet in op verbeterde behandeling van epilepsie
ArrayKempenhaeghe en het Maastricht UMC+ werken samen op het gebied van epilepsie
Per januari 2014 is het Academisch Centrum voor Epileptologie (ACE) gestart. Dit nieuwe centrum is een samenwerkingsverband tussen Kempenhaeghe en het Maastricht UMC+. Het doel van de samenwerking is diagnostiek en behandeling van epilepsie naar een hoger plan te tillen om zodoende de nog steeds grote groep van kinderen en volwassenen met een moeilijk te behandelen vorm van epilepsie verder te kunnen helpen. Het Academisch Centrum voor Epileptologie is uniek in zijn soort en wil leidend zijn in die gespecialiseerde zorg.
Epilepsie is een neurologische aandoening; 1 op 150 mensen heeft epilepsie en jaarlijks komen er in Nederland ongeveer 6.000 nieuwe patiënten bij. Hoewel epilepsie binnen de neurologie veelal wordt beschouwd als een goed te behandelen aandoening, blijft circa een derde van de patiënten kampen met epilepsieaanvallen die het dagelijks leven aanzienlijk belemmeren. Epileptische aanvallen verschillen in vorm, hevigheid, duur en frequentie, afhankelijk van de plek in de hersenen waar de aanval zich voordoet.
Voordelen van samenwerking
Niet eerder in Nederland of daarbuiten, richtten een derdelijnscentrum en een academisch ziekenhuis een dergelijke gezamenlijke organisatie op. Daarmee is het centrum toonaangevend in Nederland en over de landsgrenzen heen.
De voordelen van de samenwerking zijn groot, zo lichten de neurologen dr. Anton de Louw en prof. dr. Robert van Oostenbrugge toe. Samen vormen zij de medische directie van het nieuwe Academisch Centrum voor Epileptologie.
“Goed wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en kennisoverdracht stimuleert hoogwaardige en up-to-date patiëntenzorg en zorgvernieuwing. Andersom geldt ook dat goed onderzoek en onderwijs alleen mogelijk is als er goede en voldoende klinische voorzieningen zijn. Hierin zit de meerwaarde voor de beide samenwerkingspartners. De onderlinge lijnen zijn nu korter waardoor we efficiënter en effectiever kunnen werken. Dat bespaart niet alleen tijd en geld, maar maakt ook de expertise en faciliteiten van beide organisaties gemakkelijker toegankelijk voor verwijzers, patiënten en wetenschappers.” aldus van Oostenbrugge. “Daarbij komt dat de bundeling kan leiden tot kostenbesparing bij dure vormen van diagnostiek, zoals genetisch onderzoek, en bij dure behandelingen zoals epilepsiechirurgie of neuromodulatie,” vult De Louw aan. Hij vervolgt: “Kennis die uit wetenschappelijk onderzoek voortkomt, kan sneller worden toegepast in de praktijk. Andersom is er een bredere praktijk van waaruit onderzoeksvragen zullen ontstaan. Ook biedt het Academisch Centrum voor Epileptologie een bijzondere werkplek binnen de opleiding tot neuroloog. Dit kan meer artsen-in-opleiding er toe aan zetten zich te specialiseren in epilepsie; dat is nog steeds nodig.”
Het nieuwe Academisch Centrum voor Epileptologie past in het streven van overheid, zorgverzekeraars en patiëntenverenigingen naar een evenwicht tussen aan de ene kant specialistische zorg en aan de andere kant de bereikbaarheid van die zorg qua reisafstand voor patiënten.