Kans op terugkeer borstkanker na borstsparende behandeling spectaculair gedaald
ArrayKans op terugkeer van ziekte na borstsparende behandeling bij jonge vrouwen spectaculair gedaald
Uit onderzoek onder 1143 jonge borstkankerpatiënten blijkt dat borstsparende behandeling bij jonge vrouwen steeds betere resultaten oplevert. De kans op terugkeer van de tumor in de gespaarde borst (een zogenoemd lokaal recidief) is de afgelopen jaren spectaculair gedaald. Dit hangt samen met het toegenomen gebruik en de toegenomen effectiviteit van aanvullende behandeling met chemo- en/of hormonale therapie na een borstsparende behandeling. De invoering van immuuntherapie voor een bepaalde vorm van borstkanker in 2005 heeft tot een verdere risicoreductie geleid.
De resultaten van de studie maken deel uit van het proefschrift van radiotherapeut Maurice van der Sangen van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. Hij promoveert woensdag 27 november aan de universiteit van Maastricht.
De patiënten werden ingedeeld in drie groepen, op basis van het moment van hun eerste behandeling: 1988-1998, 1999-2005 en 2006-2010. Deze indeling hangt samen met belangrijke wijzigingen in de behandelrichtlijnen: in 1999 werd voortaan aan vrijwel alle jonge vrouwen aanvullende behandeling (chemotherapie en/of hormoontherapie) voorgeschreven en vanaf 2005 kregen vrouwen met een bepaalde vorm van borstkanker (HER2-positief) naast chemotherapie ook nog trastuzumab (immuuntherapie). Vijf jaar na hun behandeling was bij respectievelijk 9,8%, 5,9% en 3,3% van de vrouwen sprake van lokaal recidief; een risicodaling van meer dan 60%.
Trend keren
De resultaten van deze studie staan in contrast met het huidige behandelbeleid bij jonge vrouwen. De laatste 20 jaar is het percentage borstsparend behandelde patiënten in deze leeftijdsgroep in Nederland geleidelijk afgenomen (van 65% in 1990 tot 35% in 2010), terwijl dit percentage bij vrouwen boven de 50 jaar juist is toegenomen. Radiotherapeut Maurice van der Sangen: ”Bij chirurgen leeft nog vaak het gevoel dat borstsparende behandeling bij jonge vrouwen met borstkanker geen veilige behandeloptie is, vanwege de veronderstelde hoge kans op lokaal recidief. De resultaten van dit nieuwe onderzoek, waarin ook na 2005 behandelde patiënten zijn opgenomen, lijken dit te weerleggen. Met deze studie hopen wij die trend te kunnen keren.”
Borstsparende behandeling heeft voordelen voor het seksueel functioneren en leidt tot een geringere aantasting van het eigen lichaamsbeeld, en zou daarom vooral voor jonge vrouwen een voor de hand liggende keuze zijn.
Integraal Kankercentrum Zuid
Het onderzoek dat Van der Sangen verrichtte, is wereldwijd één van de grootste onderzoeken die ooit onder deze groep vrouwen is gehouden. De studie is uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit van Maastricht en het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) in Eindhoven. Met behulp van de kankerregistratie van het IKZ zijn de gegevens van 1143 patiënten van 40 jaar of jonger verzameld bij wie in de periode 1988-2010 de diagnose borstkanker was vastgesteld en die een borstsparende behandeling ondergingen. De behandeling vond plaats in ziekenhuizen in Noord-Limburg en Noord Brabant.
Promotie
Maurice van der Sangen is in de Daniel den Hoed kliniek in Rotterdam opgeleid tot radiotherapeut en sinds 1995 als zodanig werkzaam op de afdeling radiotherapie van het Catharina Ziekenhuis. Hij is landelijk betrokken bij de opzet en coördinatie van klinisch wetenschappelijk onderzoek en richtlijnontwikkeling op het gebied van borstkanker. Zijn promotieonderzoek is in nauwe samenwerking met onderzoekers van het IKZ en MUMC+ in Maastricht tot stand gekomen. Op 27 november promoveert Van der Sangen in Maastricht.