Besmettelijkere parasiet speelt hoofdrol bij falende behandeling kala-azar
ArrayViscerale leishmaniasis, ook wel kala-azar genoemd, is een parasitaire ziekte die jaarlijks 400.000 mensen treft, waarvan er 1 op 10 overlijdt. De ziekte is moeilijk te behandelen, deels omdat veel patiënten vaak opnieuw ziek worden na behandeling met miltefosine, een van de weinige beschikbare geneesmiddelen. Dokters en wetenschappers vermoedden lange tijd dat resistentie tegen miltefosine hier verantwoordelijk voor was, maar dit blijkt niet het geval te zijn. Besmettelijkere parasieten spelen een hoofdrol bij de falende behandelingen, zo schrijven Antwerpse onderzoekers in een studie die morgen (8 oktober) verschijnt in mBio®, het vakblad van de American Society for Microbiology.
“Parasieten uit patiënten die herval vertonen, blijken beter te zijn in het besmetten van gastheercellen dan die uit genezen patiënten. Kortom, het gaat hier om potentieel gevaarlijkere parasieten,” zegt co-auteur Dr. Manu Vanaerschot van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen (ITG).
Volgens de auteurs valt het te bezien of herval veroorzaakt wordt door deze besmettelijkere parasieten of dat het falen van miltefosine-behandeling de ontwikkeling van deze agressievere parasieten in de hand gewerkt heeft.
Miltefosine speelt een belangrijke rol in een uitgebreid programma gericht op het uitroeien van viscerale leishmaniasis op het Indiase subcontinent (India, Bangladesh en Nepal). In India ontwikkelen 6,8 % van de patiënten binnen 6 maanden na miltefosine-behandeling opnieuw symptomen, terwijl 20,0 % van de Nepalese patiënten binnen 12 maanden hervallen.
Verband tussen besmettelijkheid en therapeutisch falen
ITG-onderzoekers en collega’s van het BP Koirala Institute of Health Sciences, Dharan, in Nepal, deden het onderzoek samen in het kader van het Kaladrug-R-project gefinancierd door de Europese Commissie. De parasieten die zij voor en na behandeling bij patiënten met kala-azar afnamen, bleken genetisch identiek. Dit wijst erop dat patiënten na behandeling niet opnieuw besmet werden met andere parasieten, maar dat dezelfde parasieten als vóór de behandeling nog aanwezig waren. Ander werk van dezelfde onderzoeksgroep onthulde een verrassend feit: parasieten van recidiverende patiënten zijn gevoelig voor miltefosine, zodat het falen van behandeling niet te wijten is aan geneesmiddelenresistentie, een gebruikelijke verdachte wanneer behandeling van een besmettelijke ziekte faalt.
Nu herinfectie en resistentie als mogelijke redenen voor de hoge herval geschrapt konden worden, gingen de onderzoekers op zoek naar andere mogelijke oorzaken bij de parasieten. Zij vonden dat de parasieten uit patiënten die herval vertoonden besmettelijker waren en dus meer menselijke cellen konden infecteren.
Hoe het verband tussen besmettelijkheid en therapeutisch falen precies werkt, is nog niet bekend, schrijven hoofdauteur Keshav Rai en zijn collega’s. Zij stellen dat besmettelijkere parasieten mogelijk een grotere lading parasieten in de patiënt verspreiden, waardoor die moeilijker te behandelen is. Een andere mogelijkheid is dat de parasiet aan medicijnen weet te ontkomen door in moeilijk doordringbare delen van het lichaam te verschuilen.
Vanaerschot zegt dat hij en zijn collega’s een gelijkaardige correlatie zagen tussen besmettelijkheid en falen van behandeling bij pentavalente antimonialen, een medicijn dat vroeger in de regio gebruikt werd: “Op dat moment dachten we dat het om een heel uitzonderlijk geval ging, maar onze nieuwste bevindingen suggereren dat het om een meer voorkomend probleem gaat dan we oorspronkelijk dachten.”
Bevindingen ook relevant voor Europa
Volgens co-auteur prof. dr. Jean-Claude Dujardin, hoofd van het Departement Biomedische Wetenschappen aan het ITG en hoofddocent aan de Universiteit Antwerpen, zijn de bevindingen een wake-up call over de mogelijke ongewenste gevolgen van behandeling op de ziekteverwekkers.
“Wij weten nog niet of herval veroorzaakt wordt door besmettelijkere parasieten of dat het therapeutisch falen deze agressievere vormen genereerd heeft. Bij het ontwikkelen van medicijnen tegen ziekteverwekkers moeten we hoe dan ook stilstaan bij mogelijke neveneffecten. Toezicht is noodzakelijk om te zien of agressievere parasieten zich verspreiden.”
“Dit is niet alleen van belang in ontwikkelingslanden. Jaarlijks vertonen ongeveer 700 mensen kala-azar na besmetting in Zuid-Europa. Voor sommige patiënten, die meestal ook hiv-positief zijn, wordt miltefosine gebruikt. Bovendien wordt het medicijn in Europa ook gebruikt om het veel voorkomende leishmaniose bij honden te behandelen, ” aldus Dujardin.
—
· Relapse after Treatment with Miltefosine for Visceral Leishmaniasis Is Associated with Increased Infectivity of the Infecting Leishmania donovani Strain (proof; finale versie vanaf 8 Oktober via mbio.asm.org/): http://bit.ly/1af3CBl
· Kaladrug-R: www.leishrisk.net/kaladrug
· Meer informatie over kala-azar (in het engels): http://bit.ly/GGOhRy