Meer alcohol drinken genetisch bepaald
ArrayJenny van Beek onderzocht de invloed van genetische aanleg op alcoholgebruik. Ze keek naar hoeveel alcohol mensen drinken en of ze zelf problemen ervaren door hun drinkgedrag. Zij toont aan dat sommige mensen meer drinken dan anderen omdat ze genetisch verschillen. Met de uitkomsten is het mogelijk om in toekomstig onderzoek nieuwe verbanden te leggen tussen risicogenen en alcoholgebruik.
Matig alcoholgebruik heeft soms positieve effecten op de gezondheid maar zwaar alcoholgebruik niet. Waarom drinken Nederlanders niet allemaal met mate? Hoe kunnen we verschillen in alcoholgebruik verklaren? Van Beek ontdekte dat de genetische component die individuele verschillen in alcoholgebruik verklaart niet slechts een optelsom is van de effecten van meerdere genen, maar voor een aanzienlijk deel bestaat uit interactie tussen genetische varianten binnen en tussen genen.
Ook keek Van Beek naar de metingen van een aantal leverenzymwaarden die een indicatie geven van leverschade door overmatig drinken. Een belangrijke uitkomst van haar onderzoek is dat een aanzienlijk deel van de genetische invloeden op alcoholgebruik en leverenzymen, zoals bepaald op basis van de onderlinge relatie tussen familieleden, te herleiden is tot effecten van verschillen in basenparen in het DNA. Dit is een specifieke vorm waarop DNA verschilt tussen mensen. Deze uitkomst is belangrijk omdat het lastig blijkt de genetische invloeden op alcoholgebruik zoals geschat op basis van familierelaties te verklaren vanuit verschillen op DNA-niveau.
Van Beek verzamelde met vragenlijsten informatie over het alcoholgebruik van één- en twee-eiige tweelingen en hun familieleden uit het Nederlands Tweelingen Register (NTR). Zij analyseerde leverenzymwaarden en genetische informatie uit het DNA, bepaald uit bloed dat was afgenomen bij een deel van deze tweelingen en hun familieleden. Jenny van Beek promoveert op 4 september aan de VU.
Meer informatie over het proefschrift in VU-DARE