Voortgang wijziging regeling ‘Reden van voorschrijven op recept en uitwisseling labwaarden’
ArrayIn 2012 is de Geneesmiddelenwet en een daarop gebaseerde ministeriële regeling gewijzigd. Door deze wijziging moeten artsen in bepaalde gevallen de reden van voorschrijven op het recept vermelden. Ook dienen zij bepaalde labwaarden aan de apotheker te verstrekken. Dit om de patiënt nog betere en veiligere zorg te kunnen verlenen op gebied van medicatie.
De KNMG, KNMP, LHV, NHG, NVZA, en OMS vonden dat die regeling beter kon, voornamelijk uit het oogpunt van patiëntveiligheid. Daarom hebben de beroepsverenigingen bij het ministerie VWS aangegeven met een alternatief voorstel te komen. Hierover hebben zij in het afgelopen jaar met elkaar intensief overleg gevoerd. Welke vorderingen zijn sindsdien gemaakt? Een update.
Huidige regeling
De wettelijke regeling betreft middelen die voor meer dan één indicatie worden voorgeschreven en waarbij sprake is van verschillen in doseringsadviezen. In de regeling is een tweetal zaken expliciet geregeld:
-
De arts vermeldt bij een aantal geneesmiddelen op het recept de reden van voorschrijven.
-
Daarnaast moet de arts op het recept vermelden dat bepaalde labwaarden zijn aangevraagd.
Reden van voorschrijven
Voor de reden van voorschrijven op het recept bevat de huidige regeling een lijst van (40) geneesmiddelen die aangemerkt worden als risicovol en die in principe door de huisarts worden geïnitieerd.
De beroepsverenigingen zijn het erover eens dat het voor de patiëntveiligheid zinvol kan zijn om bij geneesmiddelen die voor meer dan één indicatie voorgeschreven kunnen worden de reden van voorschrijven op het recept te vermelden, maar zij vinden het niet verstandig om hiervoor een limitatieve lijst van 40 geneesmiddelen op te nemen in de wettelijke regeling. De gezamenlijke beroepsverenigingen hebben nu een lijst opgesteld van criteria om te bepalen of voor een bepaald geneesmiddel de reden van voorschrijven op het recept vermeld moet worden, zoals bijvoorbeeld “smalle therapeutische breedte” of
“ernstige bijwerkingen”.
Het voorstel van de gezamenlijke beroepsverenigingen is om de criteria stapsgewijs te implementeren, zodat er in eerste instantie een beperkt aantal geneesmiddelen is waarvoor de reden voor voorschrijven vermeld dient te worden. Dit vooral ook om het werkbaar te houden.
Voor de brede implementatie van alle criteria moet eerst een aantal randvoorwaarden (zoals een optimale ICT ondersteuning) gerealiseerd worden. Het stappenplan voor deze geleidelijke implementatie wordt op dit moment ontwikkeld. Uiteraard blijft het zo dat apothekers desgewenst een reden van voorschrijven bij de arts kunnen opvragen.
Labwaarden actief doorgeven
Onderzoek naar labwaarden vindt vaak niet gelijktijdig plaats met het uitschrijven van een recept. Daarom vinden de beroepsverenigingen het niet nuttig om op het recept te vermelden dat lab is aangevraagd. Zij geven daarom het advies aan het ministerie om het doorgeven van labwaarden los te koppelen van het recept. Afgesproken is om te starten met het actief verstrekken van een afwijkende nierfunctie (MDRD/e-GFR) aan de apotheker. Ook voor het actief uitwisselen van labwaarden geldt een stapsgewijze implementatie. In een stappenplan worden afspraken gemaakt over de actieve uitwisseling van andere labwaarden, zoals Kalium, Natrium, PT-INR, farmacogenetische parameters en spiegels van geneesmiddelen met kleine therapeutische breedte.
Hoe nu verder?
De voorbereidingen en implementatie van de voorgestelde regeling vergen nog enige tijd. Zo moet de ministeriële regeling nog aangepast worden. In juni zullen we u hier verder over informeren. Hiermee wordt een stap gezet in de verdere samenwerking tussen voorschrijvers en apothekers.