Gendefect te achterhalen met nieuwe techniek
ArrayDankzij investeringen Maastricht UMC+ in nieuwe DNA-sequencers
Er is een nieuwe methode beschikbaar waarmee een defect gen relatief snel opgespoord kan worden. Door het analyseren van alle genen bij een patiënt (het zogenoemde ) kan het gen opgespoord worden dat defect is en waarschijnlijk de ziekte veroorzaakt.
De nieuwe methode is met succes toegepast bij een Marokkaanse patiënt met het Leigh Syndroom, bij wie sprake was van bloedverwantschap tussen de ouders. Leigh Syndroom is een meestal fatale progressieve neurodegeneratieve aandoening, die ontstaat in het eerste of tweede levensjaar. Kinderen met deze aandoening sterven vaak al in de kleutertijd aan de gevolgen van de ziekte. Door onderzoeksgroepen in Maastricht en Luik (samenwerkend binnen het Alma-in-Silicoproject), Rotterdam en Rabat (Marokko) is een mutatie in het genenmateriaal ontdekt die het fatale Leigh Syndroom heeft veroorzaakt. Het gaat om een fout in het gen dat vitamine B1 transporteert. Verder onderzoek leerde dat bij kinderen uit twee andere Marokkaanse bloedverwante gezinnen met Leigh Syndroom dezelfde mutatie voorkomt. De mutatie is een zogenoemde foundermutatie, een fout in het genenpakket binnen een geografisch of cultureel geïsoleerde groep, die van generatie op generatie wordt doorgegeven. De betreffende families zijn afkomstig uit het Rif-gebied in Noord-Marokko, waar veel naar Nederland geïmmigreerde Marokkanen vandaan komen. Naar schatting is de mutatie 1250 tot 1750 jaar geleden is ontstaan.
Patiënten kunnen baat hebben bij een hoge dosis biotine (vitamine H) of thiamine (vitamine B1). Verder onderzoek naar dragerschap van het gemuteerde gen in bepaalde delen van Marokko moet overwogen worden, om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen.
De techniek die gebruikt is bij het detecteren van het defecte gen, exoom sequencing, is alleen mogelijk met de nieuwste technologie op dit gebied (DNA-sequencers). Het Maastricht UMC+ heeft hierin vorig jaar geïnvesteerd, waardoor deze aanpak nu breed mogelijk is.
Het onderzoek naar het Leigh Syndroom is financieel ondersteund door het samenwerkingsproject Alma in Silico (Interreg IV), het Prinses Beatrix Spierfonds, de stichting Metakids en de universiteitsklinieken van Maastricht en Luik.