40 jaar nefrologie, een fascinerende ervaring
ArrayDe komst van de kunstnier, de dialyseshunt, de nierbiopsie en de niertransplantatie maakte de ontwikkeling van de nefrologie mogelijk. Hierdoor konden mensen met nierfalen in leven blijven en een nieuwe nier ontvangen. De afgelopen 40 jaar hebben zich fascinerende ontwikkelingen voorgedaan. Prof. dr. Jo Berden licht deze toe in zijn afscheidscollege.
Betere dialysetechnieken met biocompatibele kunstnieren, langere dialyseduur, frequente nachtelijke dialyse en hemodiafiltratie leidden tot betere resultaten. Ontwikkeling van spoeling via het buikvlies kwam als alternatieve dialysebehandeling. Het aantal niertransplantaties nam toe, vooral met nieren van levende donoren. Eerst alleen van bloedverwanten, maar door betere afweeronderdrukkende medicijnen ook van niet-verwante donoren, met name partners.
Ook werden in toenemende mate patiënten pre-emptief getransplanteerd (transplanteren vóór de dialysebehandeling uit), waardoor behandeling met dialyse werd voorkomen. Verder maakte een landelijk programma van donoruitruil transplantaties mogelijk bij donor- en ontvangerparen. Door betere medicamenteuze behandeling werden de resultaten van niertransplantatie in de loop van de tijd steeds beter.
Daarnaast maakten de diagnostiek en behandeling van nierziekten ook een geweldige vooruitgang door. Hierdoor konden nierziekten eerder worden vastgesteld en effectiever behandeld. Door het beschikbaar komen van ACE-remmers werd het mogelijk om de voorheen niet te beïnvloeden achteruitgang van de nierfunctie bij nierziekten met eiwitverlies in de urine, te behandelen en nierfalen te voorkomen.
Kortom, we hebben meer mogelijkheden gekregen om nierziekten te behandelen. Treedt er toch nierfalen op, dan zijn er meer mogelijkheden om patiënten met succes te transplanteren. En voor die patiënten die niet getransplanteerd kunnen worden zijn er betere dialysetechnieken.
- Biografie
- Prof. dr. Jo Berden (Blerick, 1948) neemt afscheid als hoogleraar Nierziekten van het UMC St Radboud. Hij studeerde Geneeskunde in Nijmegen, voltooide hier de opleiding tot internist in 1978 en was sindsdien verbonden aan de afdeling Nierziekten van het UMC St Radboud, vanaf 1989 als hoogleraar en vanaf 2002 als afdelingshoofd.
Als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Nefrologie is hij van grote betekenis geweest voor de Nefrologie in Nederland en stond hij aan de wieg van de vorming van de Nederlandse Federatie voor Nefrologie. Vele nefrologen hebben in hun opleiding mogen genieten van zijn enorme expertise en van de didactische vaardigheden waarmee hij die expertise kon overbrengen. Hij was voorzitter van de Sectie Nefrologie van de NIV en van de Wetenschappelijke Raad van de Nierstichting.
Zijn wetenschappelijke interesse is breed, maar spitst zich toe op de pathogenese van SLE-nefritis, en de rol van heparansulfaat-proteoglycanen bij glomerulonefritis. Hij heeft op dat gebied internationale faam opgebouwd.
De afscheidsrede van prof. Berden op 12 april wordt voorafgegaan door een wetenschappelijk symposium (start 10 uur; meer informatie: www.paoheyendael.nl).