KNMG: medische beroepsgroep zelf verantwoordelijk voor professionele standaard
ArrayDe normen voor medisch handelen moeten primair de verantwoordelijkheid blijven van de medische beroepsgroep. Dit benadrukt artsenfederatie KNMG in aanloop naar het debat vandaag in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel ter oprichting van een kwaliteitsinstituut in de zorg.
Het Zorginstituut Nederland, veelal kwaliteitsinstituut genoemd, krijgt in de visie van artsenfederatie KNMG een rol die faciliterend en complementair is aan de veldpartijen. Het is aan de medische beroepsgroep om de professionele standaard primair te bepalen. Dat is in overeenstemming met de bestaande wetgeving. Patiënten moeten wel altijd bij de richtlijnontwikkeling betrokken worden. De federatie heeft haar reactie toegelicht in een position paper aan de leden van de Tweede Kamer.
De position paper aan Tweede Kamer gaat samengevat in op de volgende vijf punten:
-
De KNMG wil benadrukken dat de professionele standaard de norm van professioneel medisch handelen beschrijft. Integraal onderdeel daarvan is ook de kwaliteitsmeting.
-
Het wetsvoorstel gaat uit van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van zorgaanbieders, verzekeraars en patiënten. De KNMG vraagt aandacht voor de verschillende belangen van deze drie partijen over wat de beste zorg is.
-
De KNMG wenst een duidelijke scheiding van kwaliteitsbeleid en pakketbeheer binnen het Zorginstituut.
-
De KNMG wil een slagvaardig Zorginstituut. Aandacht voor draagvlak in het veld is noodzakelijk. Dat vereist heldere kaders voor de doorzettingsmacht.
-
De wettelijke verankering van het Zorginstituut Nederland zou het beste gestalte kunnen krijgen in de Kwaliteitswet zorginstellingen. Opneming in de Zorgverzekeringswet ligt gezien de aard van de werkzaamheden van het Kwaliteitsinstituut niet voor de hand.
Professionele standaard
Het begrip ‘professionele standaard’ in het voorliggende wetsvoorstel is in strijd met de bestaande wettelijke definitie van de professionele standaard. Op basis hiervan is het aan de medische beroepsgroep om te beoordelen wat verantwoorde zorg is, op basis van de medische wetenschap en de expertise van artsen. De KNMG vindt het vanzelfsprekend dat daarbij de zorgbehoefte van de patiënt/cliënt als uitgangspunt geldt en uiteraard worden patiënten bij het opstellen betrokken. De rechten en de participatie van patiënten zijn in de huidige regelgeving en praktijk voldoende geborgd.
Scheiding kwaliteitsbeleid en pakketbeheer
Verder benadrukt de KNMG dat de scheiding tussen kwaliteitsbeleid en pakketbeheer binnen het kwaliteitsinstituut waterdicht moet zijn. Het openbare register van professionele standaarden zal informatie bevatten voor het definiëren van prestaties in de zorgsector die gecontracteerd mogen worden en de inhoud van de zorg bepalen die onder het verplicht verzekerde pakket valt. Hiermee wordt bepaald wat gepaste zorg is.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Het wetsvoorstel gaat uit van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van zorgaanbieders, verzekeraars en patiënten, niet alleen voor het ontwikkelen van standaarden maar ook voor de voordracht van standaarden voor opneming in een nieuw op te zetten register. De onderhandelingen tussen deze partijen met eigen uitgangspunten zullen niet altijd tot de beste zorg leiden. Ieder heeft immers eigen uitgangspunten bij wat ‘best’, doelmatig en meest patiëntvriendelijk is. Zolang patiënten(organisaties) betrokken blijven bij richtlijnen, kan de verantwoordelijkheid voor het voordragen van de professionele standaard voor het register primair bij de beroepsgroep blijven liggen.
Bron: KNMG