Omgeving en genen spelen verschillende rol in verloop ADHD
ArrayUnieke onderzoeksresultaten van jubilerend Nederlands Tweelingen Register
Naarmate mensen met ADHD ouder worden veranderen hun symptomen. Uit onderzoek van het Nederlands Tweelingen Register van de Vrije Universiteit Amsterdam blijkt dat de ontwikkeling en het verdere verloop van deze klachten worden beïnvloed door zowel genen als omgeving, maar dat genen en omgeving verschillende effecten hebben. De resultaten verschenen in het vaktijdschrift Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry.
Verloop van ADHD
Van de mensen die als kind de diagnose ADHD krijgen, heeft 65% op 25-jarige leeftijd nog steeds symptomen. Maar liefst 15% van hen voldoet nog aan alle criteria van ADHD. “De klachten die mensen met ADHD hebben, kunnen tijdens hun leven veranderen. Ze nemen meestal af, maar ze verdwijnen doorgaans niet volledig. De symptomen van ADHD laten dus enerzijds verandering zien, maar anderzijds ook een vrij hoge mate van stabiliteit,†zegt VU-wetenschapper Kees-Jan Kan.
Aandachtsproblemen voorkomen
In het artikel schrijven de onderzoekers dat de invloed van genen op aandachtsproblemen vrij stabiel is vanaf de kindertijd tot aan ten minste 60-jarige leeftijd, en dat veranderingen in aandachtsproblemen toe te schrijven zijn aan veranderingen in omgevingsinvloeden. De resultaten ondersteunen verder het idee dat omgevingsinvloeden zo vroeg mogelijk moeten worden geoptimaliseerd om zo langdurige aandachtsproblemen te voorkomen of te beperken.
Dezelfde genetische effecten bij volwassenen en kinderen
Kan en collega’s namen de stabiliteit en veranderingen in aandachtsproblemen onder de loep en onderzochten genetische en omgevingsinvloeden hierop. Ze hadden daarvoor de beschikking over gegevens van 44.607 tweelingen, van wie sommigen al 25 jaar meedoen aan onderzoek van het Nederlands Tweelingen Register. Deze internationaal unieke database toont aan dat genen die aandachtsproblemen van volwassenen beïnvloeden voor een groot deel dezelfde genen zijn die zulke problemen van kinderen en jongeren beïnvloeden. Genen leveren dus een bijdrage aan de stabiliteit van aandachtsproblemen, zo concluderen de wetenschappers.
Omgeving beïnvloedt veranderingen in aandachtsproblemen
De rol van omgevingsinvloeden verschilt van die van de genen. “De effecten van verschillende langdurige omgevingsinvloeden stapelen zich als het ware op en leiden zo enerzijds tot stabiliteit en anderzijds tot veranderingenâ€, aldus Kan. “Bovendien zijn er omgevingsinvloeden aanwezig die alleen een tijdelijk effect hebben. Aangezien genetische invloeden deze effecten over het algemeen niet hebben, kunnen veranderingen in onderlinge verschillen in aandachtsproblemen voornamelijk worden toegeschreven aan veranderingen in omgevingsinvloeden.â€
25 jaar tweelingenonderzoek aan de VU
Deze unieke resultaten zijn tot stand gekomen omdat grote groepen twee- en meerlingen en hun ouders, en soms ook hun broers, zusters en partners, al jarenlang meedoen aan onderzoek. Om ze hiervoor te bedanken organiseert het Nederlands Tweelingen Register op 9 en 10 februari een feest in Burgers’ Zoo.