Digitale overlegtafel voor ouderenzorg slaat aan
ArrayHet zou zomaar het ei van Columbus kunnen zijn om de versnippering van de zorg voor ouderen tegen te gaan: ZWIP, een digitale overlegtafel voor kwetsbare ouderen, hun mantelzorgers en zorgverleners. Sarah Robben, als klinisch geriater in opleiding verbonden aan het UMC St Radboud, promoveert op onderzoek naar de mogelijkheden van ZWIP.
Veel ouderen zien, als het om hun medische zorg gaat, door de bomen het bos niet meer. Ze krijgen soms van wel zeven of nog meer artsen en zorginstanties zorg. Niet alleen de patient zelf, ook zijn of haar mantelzorger kan het overzicht verliezen. Het mooist zou zijn, als artsen en zorginstanties steeds van elkaar weten welke persoonlijke adviezen ze aan de patient geven en welke medicijnen of hulpmiddelen ze voorschrijven; in samenspraak met de oudere zelf. Ondanks ieders goede bedoelingen, blijkt het in de praktijk echter bijna onmogelijk om iedereen steeds opnieuw om de tafel te krijgen voor broodnodig overleg en afstemming.
Persoonsgebonden
Om hierin verbetering te brengen heeft het UMC St Radboud met subsidie van het Nationaal Programma Ouderenzorg ZWIP ontwikkeld, wat staat voor Zorg en WelzijnsInfoPortaal. Het zou zomaar het ei van Columbus kunnen zijn: een persoonsgebonden, digitale overlegtafel, ingericht rondom een individuele patient. ‘In eerste instantie wilden we een soort paspoort ontwikkelen, met daarin zorginformatie over en voor de oudere’, vertelt Sarah Robben, die volgende week op het ZWIP promoveert. ‘Maar toen we ouderen en hulpverleners vroegen waaraan ze zelf de meeste behoefte hebben, bleek dat ze op zo’n paspoort niet direct zaten te wachten. Wat zowel de ouderen als hun hulpverleners zochten, was een zo eenvoudig mogelijk hulpmiddel om rondom en samen met de patient en diens mantelzorger snel informatie uit te wisselen.’
Een ZWIP is ingericht rondom een individuele patient. De beheerder en eigenaar van het ZWIP is de betrokkene zelf, of iemand die hij hiervoor heeft aangewezen, bijvoorbeeld een mantelzorger of praktijkondersteuner bij de huisarts. Iedereen die van de beheerder toestemming krijgt, kan bijdragen leveren aan het ZWIP door vragen te stellen of te beantwoorden of door relevante informatie aan te leveren. Op het ZWIP ontstaat zo ook een zorgdossier over de patient. Deelnemers kunnen zijn de huisarts, ziekenhuisspecialisten waarmee de patient te maken heeft, thuiszorgorganisatie, welzijnsorganisatie, apotheek en anderen. Alle deelnemers krijgen een digitaal seintje als er een bijdrage op het ZWIP is gezet. Vervolgens kunnen ze op een moment dat het hen schikt inloggen en bijvoorbeeld een vraag beantwoorden.
bron: UMC St Radboud
Scholing
In de regio Nijmegen hebben nu 290 ouderen in een onderzoekssetting de beschikking over ZWIP. Het wordt verspreid via huisartsen, die het aanbieden aan kwetsbare ouderen in hun praktijk. Robben heeft een training opgezet voor hulpverleners om ZWIP bij hen te introduceren en hen te leren ermee om te gaan. Uit de evaluatie van de scholing bleek, dat de samenwerking tussen de hulpverleners inderdaad toeneemt en verbetert. ‘Omdat ZWIP een geschikt hulpmiddel blijkt te zijn, vragen steeds meer huisartsen ons, of ze ook kunnen meedoen,’ zegt Robben.
Momenteel wordt de effectiviteit van ZWIP geevalueerd. ‘Binnen de groeiende groep kwetsbare ouderen zijn er grote verschillen. De ene oudere heeft meer baat bij ZWIP dan de andere,’ aldus Robben. ‘Verder geven hulpverleners aan dat ZWIP ook voor andere groepen, met name voor chronische patienten, heel nuttig kan zijn.’